Pruimenluis herkennen
De melige pruimenluis komt voor op pruimen, abrikozen en mogelijk ook op perziken of amandelen. Deze luizen zijn zeer klein, variërend van 1,1 tot 1,6 mm groot en langwerpig van vorm. De kleur varieert van lichtgroen met donkere vlekken tot roze. Ze zijn bedekt met een meelachtige was, wat ze een witte, poederige uitstraling geeft. Ze groeperen zich in kolonies waardoor de onderkant van de bladeren volledig kan bedekt zijn met deze luizen.
Melige pruimenluis wordt niet door mieren bezocht, in tegenstelling tot andere bladluizen.
Wat doet pruimenluis?
De luizen zuigen plantensappen. Ze scheiden het teveel aan suiker dat ze opnemen met het plantensap terug af als een kleverige stof (honingdauw). Die maakt de bladeren en vruchten plakkerig.
Eitjes worden afgelegd op Prunus-soorten (voornamelijk pruim). In de zomer migreren de luizen naar riet en kleine lisdodde. Er blijven het heel jaar echter ook luizen op pruimenbomen aanwezig. In het najaar keren de bevruchte vrouwtjes terug van de rietsoorten naar de Prunus-soorten om er wintereitjes af te leggen.
Pruimenluis biologisch bestrijden
Pruimenluis kan goed bestreden worden met Chrysopa larven en larven van lieveheersbeestjes. Gezien pruimenluis altijd kolonies vormt, kan je best de voorkeur geven aan larven van Chrysopa. Deze zijn in grotere hoeveelheden beschikbaar dan larven van lieveheersbeestjes. Van nature eten ook oorwormen en larven van zweefvliegen pruimenluis en worden ze geparasiteerd door inheemse sluipwespen.
Wil je meer weten over bladluizen?