Bladluizen komen op zoveel verschillende planten, bomen en struiken voor dat je er altijd hier en daar zult aantreffen. Binnenshuis op kamerplanten, orchideeën en vetplanten, in de kas of de groentetuin op sla, kolen, bonen, peterselie, paprika, aubergine en nog veel meer. In de siertuin vind je bladluis op hagen (denk maar aan de beukenbladluis), rozen, klimop, leilinde, en terrasplanten zoals Oleander en Catalpa. En niet te vergeten: ook veel fruitbomen worden door bladluis bezocht. Elke plant, struik of boom heeft zo waar zijn specifieke bladluissoort die er graag vertoeft.
Als bladluizen een echte plaag vormen in je tuin, betekent dit dat je van nature weinig nuttige insecten aantrekt. Dringend tijd om te zorgen voor meer biodiversiteit, zodat je niet elk jaar dezelfde problemen tegen komt!
Hoe zien bladluizen eruit?
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Bladluizen zijn zacht en peervormig, meestal tussen 2 en 5 mm. Ze kunnen naargelang de soort verschillende kleuren hebben. Zo zijn er zwarte bladluizen, groene bladluizen, gele, oranje en rode bladluizen.
Witte bladluizen?
Er zijn ook witte bladluizen, denk maar aan de wollige beukenbladluis.
![]() |
![]() |
Maar meestal verwarren mensen de witte vervellingshuidjes van de bladluis met de echte blalduis. Bladluizen vervellen vier keer tussen geboorte en volwassenheid, waardoor er veel vervellingshuidjes op de bladeren achterblijven. De vervellingshuidjes verraden de aanwezigheid van de echte bladluizen die vaak op de groeipunten of tegen de steeltjes zitten.
Gevleugelde en ongevleugelde bladluizen

Bladluizen ontwikkelen vleugels wanneer ze van plant moeten wisselen, bijvoorbeeld in het voorjaar of de herfst, of wanneer een plant overbevolkt raakt. Vliegende bladluizen migreren naar andere planten om nieuwe kolonies te starten, terwijl ongevleugelde bladluizen zich lokaal voortplanten. Meestal zie je maar een paar gevleugelde bladluizen op een plant, omdat zij net zijn aangekomen of op het punt staan verder te trekken.
Heb je alleen nog maar vliegende bladluizen? Dan zijn ze net bij jou geland en nog niet talrijk. Vliegende bladluis kan je gemakkelijk bestrijden door ze met je vingers plat te drukken.
Schade van bladluis
De schade van bladluis situeert zich op verschillende vlakken. Hieronder een overzicht van welke schade bladluizen aanrichten.
Wat doen bladluizen op de planten?

Bladluizen voeden zich met plantensappen. Ze prikken met hun mond een opening in het blad van de plant. Door de stuwing van het plantensap, wordt het sap in het voedselkanaal van de bladluis geduwd.
Bladluizen voeden zich dus meestal passief aan de plant. Wanneer ze dorst hebben, kunnen ze ook actief zelf plantensap opzuigen.
Bladluizen produceren honingdauw

Plantensappen bevatten vooral suiker en weinig eiwitten. Daarom moeten bladluizen veel sap zuigen om voldoende eiwitten binnen te krijgen. Het teveel aan suiker wordt uitgescheiden als honingdauw.
Honingdauw is een erg plakkerige, kleurloze vloeistof. Dit is echt vervelend als dit op trottoirs, terrassen of auto’s terecht komt. De honingdauw die de bladluizen uitscheiden, valt in eerste instantie op de onderliggende bladeren van de bomen (planten) maar bij grote aantasting kan het als het ware honingdauw regenen en komt er dus veel op de harde materialen onder de bomen terecht (terrassen, auto’s e.d.) of op het gras.
Ook vruchten zoals tomaten en paprika’s kunnen ermee besmeurd raken. Met veel warm water en goed schrobben kan je dit verwijderen maar het is geen prettig en smakelijk klusje.
Roetdauwschimmel als gevolg van honingdauw

Op de honingdauw groeit na verloop van tijd een zwarte schimmel, roetdauwschimmel, genoemd. Dit is op zich geen schadelijke schimmel voor de planten of vruchten.
De planten gaan niet dood van de uitgescheiden honingdauw of zwarte roetdauwschimmel. Het is alleen erg lastig, vooral op vruchten.
Afstervende planten

Bij jonge aanplantingen is het raadzaam om snel in te grijpen door natuurlijke vijanden zoals larven van lieveheersbeestjes of larven van gaasvlieg uit te zetten.
Vergroeiingen

Sommige bladluizen veroorzaken vergroeiingen, wat op zich niet dodelijk is voor de planten maar wel esthetische schade veroorzaakt. Dit zie je regelmatig op rozen maar ook op rode bessen.
Virussen en bladluis
Bladluizen veroorzaken de grootste economische schade bij boeren doordat ze virussen overdragen op planten zoals aardappelen, tomaten en paprika’s. Terwijl ze zich voeden met plantensap, infecteren ze de plant met een virus. Virussen hebben een overbrenger nodig, zoals bladluizen, witte vliegen of schimmels, om zich te verspreiden.
De meeste virussen veroorzaken groeiremming of verkleuring (schakeringen) in verschillende plantendelen.
Bladluis bestrijden
Er zijn veel natuurlijke helpers om bladluis biologisch te bestrijden. Sommigen zijn gecommercialiseerd en kan je bij ons aankopen. Allen zijn in de natuur aanwezig en kan je naar je tuin lokken. Het enige wat je moet doen, is zorgen dat ze zich thuis voelen bij jou. Hierbij de bladluisbestrijders op een rijtje:
Bladluis bestrijden met lieveheersbeestjes

Rootsum verkoopt de larven van lieveheersbeestjes als de volwassen lieveheersbeestjes Adalia bipunctata. Dit is een inheemse soort die van nature niet zoveel voorkomt. Met je aankoop geef je de natuur een extra duwtje in de rug.
Lieveheersbeestjes zijn de meest bekende bladluisbestrijders. Ze eten alle soorten bladluis behalve takluis en stamluis. Wolluis wordt beter bestreden met larven van gaasvliegjes.
Bladluis bestrijden met larven van gaasvlieg

Chrysopa carnea is een inheemse gaasvlieg die zich voedt met stuifmeel en nectar. De larven van deze gaasvlieg eten evenveel bladluizen als de larven van lieveheersbeestjes.
Rootsum verkoopt larven van gaasvliegen. Een goed alternatief als je grote oppervlakten moet behandelen zoals beukenhagen met de wollige beukenbladluis of bomen. Ook voor de bestrijding van appelbloedluis en wolluis leveren ze fantastisch werk. Ze zijn veel goedkoper in aankoop dan de larven van lieveheersbeestjes en zijn ook in grote hoeveelheden bestelbaar.
Bladluis bestrijden met zweefvliegen

In België en Nederland komen een 300 soorten zweefvliegen voor. Zweefvliegen lijken qua uiterlijk op bijen en wespen maar steken niet en zijn nuttige insecten. Het meest typische gedrag van zweefvliegen is het kunnen stil hangen in de lucht. Aan dit gedrag danken ze trouwens hun naam.
De volwassen zweefvliegen zijn volledig afhankelijk van nectar en pollen, zij eten geen bladluizen. De larven van zweefvliegen zijn goede bladluiseters.
Om zweefvliegen naar de tuin te lokken, moeten we zorgen dat er van vroeg in het voorjaar, reeds vanaf eind februari tot laat in de herfst bloeiende planten aanwezig zijn, hetzij door een wilde bloemenweide, hetzij door struikachtige bloeiende gewassen die ze ook veelvuldig bezoeken.
Bladluis bestrijden met oorwormen

Oorwormen zijn echte roofinsecten. Vooral in ongespoten boomgaarden, kan je veel oorwormen terug vinden. Soms vind je ze ook in vruchten. Er wordt vaak ten onrechte gedacht dat oorwormen schade aan het fruit veroorzaken, maar eigenlijk eten ze alleen van reeds beschadigd fruit.

Oorwormen voeden zich niet alleen met bladluizen en appelbloedluis, maar ook met eieren van insecten, kleine rupsen, kommaschildluis, perebladvlo, mijten, larven en eieren van appelmade en zelfs algen. Het zijn werkelijk de beste opruimers in je tuin.
Oorwormen kan je lokken door omgekeerde bloempotjes gevuld met busseltjes stro in bomen en struiken op te hangen. Tot in mei blijven oorwormen in hun ondergrondse nesten maar vanaf begin juni komen ze bovengronds. Dan gebruiken ze de omgekeerde bloempotjes graag als zomerverblijf.
Bladluis bestrijden met vogels

Vogels en zeker koolmezen, pimpelmezen, mussen en merels zijn echte bladluis eters. Vandaar dat we in ons gamma nestkastjes aanbieden waaronder de koolmeeskast en pimpelmeeskast.
Bladluis bestrijden met galmuggen
De galmug Aphidoletes Aphidimyza is een inheems insect waarvan de larven bladluizen eten. Het is geen echte mug en steekt dus niet. Ze lijkt qua uiterlijk op een mug, maar voedt zich met nectar en pollen. Er zijn verschillende galmuggen bekend waarvan de larven bladluizen eten. Aphidoletes is de meest algemeen voorkomende soort waarvan de larven een zestigtal bladluissoorten op verschillende gewassen kunnen bestrijden.

De larven worden maar 2.5 mm groot en kunnen verschillende kleuren (rood, geel, oranje, bruin) aannemen naargelang het voedsel dat ze eten. De bladluizen worden eerst door een gif verlamd, daardoor lost de inhoud van het lichaam van de luis zich op en kunnen de larven dit opzuigen. De galmug verpoppen in vochtige grond. Aphidoletes wordt als pop verkocht en moeten uitgestrooid worden op de grond in de buurt van de bladluisaantasting.
Aphidoletes is een zinvolle bestrijder voor orangeries of kantoorbeplantingen omdat de volwassen muggen eitjes kunnen afleggen tussen bladluiskolonies die zich hoog in de planten bevinden.
Bladluis bestrijden met spiritus
Een mengsel van half spiritus, half water wordt vaak gemengd met zeep en gespoten op de bladeren. Als je spiritus wilt gebruiken, doe het enkel op sierplanten en zeker niet op groenteplanten of kamerplanten.
Doe het nooit in de volle zon want de kans op verbranding is reëel.
Bladluis bestrijden met brandnetelgier
Sproeien met een brandnetelaftreksel kan tijdelijk helpen. Vermijd echter om brandnetelgier te spuiten, dat is een meststof en geen bestrijdingsmiddel.
Gier ontstaat als je kruiden een tiental dagen onder water laat staan. De gier ontstaat door de gisting, krijgt daardoor een erg scherpe geur en bevat veel ammoniak waardoor luizen net worden aangetrokken. Bij een kruidenaftreksel laat men de planten maximum 24 u weken.
Een aftreksel van kruiden is een hulpmiddel, maar biedt meestal geen blijvende oplossing. Bladluizen houden niet van lavendel, bonenkruid, salie, hysop, ui en knoflook. Van al deze kruiden kan dus een aftreksel gemaakt worden. 1/10 kruiden mengen met 9/10 water, zeven en spuiten.
Bladluis bestrijden met afwasmiddel
Je kan sproeien met een oplossing van water en 3% groene (ook bruine genoemd) zeep. Je maakt dus letterlijk een zeepsop. Kies voor een natuurlijke zeep. Om te vermijden dat het teveel schuimt, kan je een soeplepel plantaardige olie toevoegen.
Ik zou zelf mijn groenten niet bespuiten met deze zeepoplossing. Want is dit wel zo gezond? Hoeveel restanten blijven er achter op de groenten die we eten?
Bladluis chemische bestrijden
Door pesticiden te gebruiken, kom je in een vicieuze cirkel terecht. Ze doden niet alleen bladluis maar ook de nuttige insecten die bladluizen eten. Dit geldt trouwens ook voor biologische pesticiden zoals pyrethrum en spinosad die niet selectief werken. Gebruik het niet, spaar de natuurlijke helpers; koop larven van lieveheersbeestjes en gaasvliegjes als de natuur het niet aankan en creëer met de jaren een natuurlijke balans in je tuin!
Bladluis en mieren

Bladluis vind je vaak in gezelschap van mieren. Deze twee leven in symbiose met elkaar. Bladluizen voeden zich met plantensap en scheiden overtollige suikers uit in de vorm van honingdauw. Mieren verzamelen deze honingdauw als voedselbron en kunnen grote hoeveelheden ervan eten.
In ruil voor deze zoete traktatie beschermen mieren de bladluizen tegen natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes en andere roofinsecten. Dit is nadelig als we nuttige insecten uitzetten.

Daarom is het gewenst de mieren eerst te weren of te bestrijden vooraleer larven van lieveheersbeestjes of larven van gaasvliegjes uit te zetten. Bomen die jaarlijks last hebben van bladluizen kan je vroeg in het seizoen voorzien van een boomlijmband. In andere situaties kan je mier-run of ecologische mierendoosjes gebruiken.
Bladluis voorkomen
Wil je bladluis bestrijden? Lees de opties om bladluis te bestrijden.
Bladluis kun je niet helemaal voorkomen, want dat is nu eenmaal de natuur. Maar je kunt wel de schade door bladluis of een bladluizenplaag voorkomen. Een gezonde balans tussen nuttige en schadelijke insecten zorgt ervoor dat bladluizen geen groot probleem worden. Dit bereik je door een biodiverse tuin te creëren.

Inspiratie nodig? Schrijf je in voor onze microlearnings en maak van je tuin een biodiverse tuin op termijn van enkele jaren. Hieronder al 10 tips tegen bladluis.
10 Tips tegen bladluis
- Kies voor inheemse planten en plant ze op de juiste plaats. Inheemse planten zijn aangepast aan ons klimaat en weerbaarder tegen plagen en schimmels.
- Zorg voor bloeiende planten vanaf het voorjaar tot de herfst zodat er altijd stuifmeel en nectar aanwezig is. Gaasvliegen en zweefvliegen wiens larven bladluis eten, leven zelf van nectar en honingdauw. Hetzelfde geldt voor sluipwespen die bladluizen parasiteren.
- Zorg voor mulch onder de planten en struiken of laat het bladstrooisel liggen. Mulch ook je groentetuin. Daardoor stimuleer je het bodemleven. Een levende bodem is de basis van meer biodiversiteit in je tuin.
- Geef een juiste bemesting, mulch met rijpe compost of wormenaarde. Dit zorgt voor een sterke, regelmatige groei. Of gebruik gecomposteerd dierlijk mest. Te fel bemeste planten, maar ook planten met een kaliumtekort zijn gevoelig voor bladluis. Teveel stikstof en zeker chemische stikstof trekt bladluizen aan, net als de ammoniakgeur van vers stalmest.
- Vermijd groeistilstand want dit leidt tot bladluizen. Geef planten, bomen en struiken een goede start met wormenaarde en geef ze in het begin voldoende water.
- Snoei de vaste planten na de winter zodat er voldoende overwinteringsplaatsen zijn in holle stengels en verdorde bloemschermen.
- Hang vogelkasten voor koolmees, pimpelmees en vleermuizen op. Ze zijn de beste natuurlijke helpers!
- Gele vangplaten of gele vangrollen hangen in de kas kan helpen om de eerste gevleugelde bladluizen vanaf april-mei weg te vangen.
- Tabaksgier of tabaksrook. Tabak is een plant waar bladluizen een hekel aan hebben. De vraag rijst hier hoe gezond het is als je een gier maakt van je sigarettenpeuken of tabak laat roken. Het aanplanten van een tabaksplant zou ook helpen tegen bladluis en lijkt me gezonder.
- Insectengaas over je planten spannen is een sluitende oplossing tegen bladluis en kan ook tegen andere schadelijke insecten helpen!

Hoe planten bladluizen zich voort?
Iedereen kent het fenomeen! Eenmaal het warmer wordt, komen de bladluizen plots uit het niets te voorschijn. Maar hoe komt dat?
Hoe onststaat bladluis plots op mijn plant?
Dat is een goede vraag waar een redelijk complex antwoord bij hoort; een beetje biologie.
Bladluizen leggen in de winter eitjes, de zogenaamde wintereieren. In de lente en zomer (maart-september) planten ze zich levendbarend voort, wat betekent dat er jonge luizen geboren worden. Ze beginnen meteen plantensappen te zuigen.
Vrouwelijke bladluizen kunnen heel het seizoen nieuwe bladluizen baren zonder bevrucht te worden. Hierdoor kunnen ze zich snel vermeerderen. Bij warme temperaturen en voldoende voedsel kunnen ze in slechts enkele dagen uitgroeien tot volwassen luizen.
Twee types bladluis
- Waardwisselende bladluissoorten: deze veranderen van plant in het voorjaar en de herfst om hun voortplanting af te maken
- Niet-waardwisselende bladluissoorten: die niet van waardplant veranderen om hun voortplantingscyclus te voltooien

- Bladluizen die van plant wisselen, planten zich in de zomer ongeslachtelijk voort op de zomerplanten. In de herfst verhuizen ze naar de winterplanten, waar ze bevrucht worden door mannetjes en wintereieren leggen. Door deze verhuizing komen er plots gevleugelde bladluizen op de zomerplanten terecht.
- Bladluizen die niet van waardplant veranderen, paren in de winter op dezelfde planten waar ze ook in de zomer verblijven en leggen daar wintereieren.
- In een verwarmde kas blijven de onbevruchte vrouwtjes jonge bladluizen produceren in plaats van wintereitjes te leggen. Ze kunnen ook tijdelijk op verborgen plekjes overwinteren.
Soorten bladluis
We beperken ons hier tot de belangrijkste soorten die vaak voorkomen in de hobbytuin.
Het onderscheid tussen de bladluizen hoef je niet te kennen om een natuurlijke helper uit te zetten. Nuttige insecten, zoals de larven van lieveheersbeestjes en larven van gaasvliegjes, eten namelijk alle soorten bladluizen.
Wollige beukenbladluis (Phyllaphis fagi)

Beukenbladluis komt elk jaar terug op beukenhagen en beukenbomen. De beukenbladluis overwintert als ei op beuk in de bast of in de bladoksels. Vanaf april ontwikkelen zich de eerste larven nog voor er bladeren aan de beuk zijn. De luis is maar 2 mm groot, witblauw van kleur, maar dit valt niet op door de witte wasdraden die ze uitscheiden. Het meest opvallende kenmerk is de wollige wasafscheiding die aan de luizen blijft plakken. Er zijn zowel ongevleugelde als vliegende bladluizen.
De vliegende beukenbladluis wordt vaak verward met witte vliegen, die niet voorkomen op beuk.
Bij een aantasting van beukenbladluis ontstaan geelbruine vlekken op de bladeren, die daarna gaan opkrullen en uiteindelijk verdrogen. Misvorming van scheuten en groeiremming treedt op bij een zware aantasting. Vooral jonge planten lijden erg onder deze aantasting en kunnen afsterven.
Zwarte bonenluis (Aphis fabae)

De zwarte bonenluis leeft altijd in kolonies en wisselt van waardplant. Winterwaardplanten zijn Kardinaalsmuts, Gelderse roos en Sneeuwbal. In april-mei verhuizen ze naar zomerwaardplanten zoals bonensoorten en suikerbiet. Ook sierheesters en zomerbloemen kunnen last hebben van de zwarte bonenluis.
Groene perzikluis (Myzus persicae)
Een 1.2 tot 2.7 mm grote luis die vooral voorkomt op groenten en meer specifiek op aardappel, tomaten, paprika’s.
De groene perzikluis kan verschillende kleuren aannemen: wit-groen, lichtgeel, grijs-groen, roze of rood. De aanwezigheid van de luis is te herkennen aan het omkrullen van de bladeren.
Groene perzikluis wisselt van waardplant. De overwintering gebeurt in ei-vorm op Prunus-soorten, voornamelijk op perzik. De Amerikaanse vogelkers, die best altijd gerooid wordt omwille van zijn agressief karakter, is een belangrijke winterwaardplant. Er ontwikkelen zich altijd eerst enkele generaties op de winterwaardplanten vooraleer ze vanaf mei migreren naar de zomerwaardplanten zoals aardappel, suikerbiet, kolen, tomaat, paprika, aubergine, sla en snijbloemen. Als volwassen insect overwinteren ze gemakkelijk op groenten in verwarmde kassen.
De groene perzikluis is bekend als virusoverbrenger. Hij is in staat minstens 100 soorten virussen over te brengen waardoor de luis zeer gevreesd is in de aardappel- en suikerbietteelt.
Katoenluis (Aphis gossypii)

Katoenluis is een luis die hogere temperaturen nodig heeft om zich te ontwikkelen. Ze komt vooral in kassen voor op komkommer, meloen en paprika, maar kan in warme zomers ook buiten voorkomen op een groot aantal groentegewassen.
De kleur varieert van lichtgeel tot lichtgroen of zwart-groen. De luis is klein, maximum 2 mm groot, ze worden gekenmerkt door rode ogen en korte antennen.
De katoenluis kan veel soorten virussen overbrengen waaronder het gevreesde komkommermozaïekvirus.
Aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae)

Komt voor op aardappel, roos, tomaat, aubergine en sla.
De volwassenluis is 4 mm lang, roze of groen van kleur. De levenscyclus is vergelijkbaar met die van de groene perzikluis. Overwinteren kan als ei maar in verwarmde kassen ook als volwassen luis.
Boterbloemluis (Aulacorthum solani)
Komt vooral voor in aardappel, sla, paprika, boon, aubergine en soms tomaat.
De boterbloemluis is groen van kleur. Ze overwintert als levendbarend vrouwtje op verschillende planten en kent dus geen seksuele voortplanting in de herfst zoals de meeste luizensoorten.
Melige koolluis (Brevicoryne brassicae)

De melige koolluis is een luis die op kruisbloemigen zoals kolen voorkomt.
De kleur van de melige koolluis is grijsachtig groen of dofgroen, maar lijkt grijs door het wasachtige poeder op het lichaam. Ze is 2 mm groot en kan grote kolonies vormen aan de onderkant van koolbladeren.
De bladeren krijgen bobbels, krullen om en kunnen paarsachtige vlekken vertonen. Ook op spruiten kan de koolluis zich vestigen, wat vaak tot zwarte, vuile spruitjes leidt.
De melige koolluizen overwinteren op kruisbloemigen (herderstasje) als ei en gaan vanaf mei zich verplaatsen naar jonge koolplanten. De melige koolluis kan 20 verschillende virussen overbrengen, zowel persistente als non-persistente, zoals bloemkoolmozaïekvirus en slavergelingsvirus.
Appelgrasluis (Rhopalosiphum insertum)

Appelgrasluis overwintert op appel en verhuist vanaf mei naar grassen. Ze veroorzaakt weinig schade aan appels.
In het voorjaar na het uitkomen van de wintereieren gaan de eerste generaties luizen de knoppen van appels bevolken. Dit kan leiden tot het krullen van de rozetbladeren. Enkel bij een hoge luizenpopulatie kan dit gevolgen hebben op de vorming van vruchten.
De appelgrasluis is 2 tot 3 mm groot, de kleur is geel-groen met een donkergroene middenstreep of donkere vlekken. Hun lichaam is bedekt met een wasachtig poeder.
Groene Appeltakluis (Aphis pomi)
De groene appeltakluis komt voor op roosachtigen zoals appel, peer, lijsterbes, coteneaster, meidoorn en andere houtachtigen. Op deze planten worden ook de wintereieren afgelegd. Ze blijven dus winter en zomer op dezelfde planten.
De groene appeltakluis is 2 mm groot en groen van kleur. Het is een luis die zich enkel kan ontwikkelen op jonge scheuten van planten.
Door de zuigactiviteit van de luis gaan bladeren krullen, maar ze zorgen niet voor vermindering van productie bij volgroeide bomen. Bij jonge aanplantingen kunnen ze wel tot misvorming van scheuten leiden en kan je best bestrijden.
Weetjes over bladluis
Hieronder enkele weetjes over bladluizen.
- Een bladluis zal op een blad dat er goed uitziet eerst een proefboring doen om de voedingswaarde van het sap te beoordelen
- Planten die beschadigd worden door de zuigactiviteit van bladluizen gaan signaalstoffen uitzenden zodat lieveheersbeestjes of andere nuttige bestrijders worden aangetrokken.
- De kleur die de bladluis aanneemt, varieert naargelang de temperatuur, het voedsel en de dichtheid van de bladluispopulatie. Daarom kent 1 bladluissoort verschillende kleuren. Grote exemplaren zijn vaak donkergroen tot zwart terwijl kleine luizen in overbevolkte kolonies vaak geel tot wit-geel zijn.
- Vrouwelijke schildluizen worden geplet en als kleurstof gemengd in veel voedingsmiddelen.
Bladluis is geen witte vlieg
Een witte vlieg is makkelijk te herkennen; het is een klein wit motje dat wegvliegt wanneer je de plant aanraakt. Een bladluis is meestal ongevleugeld, hoewel er ook vliegende bladluizen bestaan.
Eén soort bladluis, de wollige beukenbladluis, zorgt vaak voor verwarring. Deze heeft een wollige wasafscheiding die op de luizen plakt en komt zowel met als zonder vleugels voor. De vliegende beukenbladluis wordt soms verkeerdelijk gezien als witte vlieg.

Het is belangrijk om het verschil te kennen, vooral als je nuttige insecten wilt inzetten. Witte vlieg bestrijd je met Encarsia of Eretmocerus sluipwespen. Beukenbladluis bestrijd je het beste met Chrysopa larven. Ingeval je maar weinig beukenhaag hebt, kan je ook kiezen voor larven van lieveheersbeestjes.
Verschil tussen bladluis, wolluis en schildluis
Ongeacht dat ze het woord 'luis' in hun naam dragen, zijn ze toch totaal verschillend van elkaar.
Schildluizen en wolluizen behoren tot dezelfde familie van Coccoidea. Bladluizen daarentegen behoren tot de superfamilie der Aphidoidea.
![]() |
![]() |
![]() |