Biogroei is nu Rootsum! Welkom op onze nieuwe website.
Bladluis

Bladluis

Bladluis: Herken, voorkom en bestrijd deze sapzuigende plaag die je planten verzwakt.
Onze producten
  • Adalia Larven van lieveheersbeestjes
    star_filled star_filled star_filled star_filled star_filled
    dot
    74  Reviews
    Vanaf € 17,95
    Levertijd wordt berekend...
    The price depends on the options chosen on the product page
  • Chrysop tegen plaaginsecten, contre les insectes nuisible, against pest insects, gegen Schädelinge
    star_filled star_filled star_filled star_filled star_filled
    dot
    33  Reviews
    Vanaf € 9,95
    Levertijd wordt berekend...
    The price depends on the options chosen on the product page
  • CHRYSOPA │ Larven van gaasvlieg tegen bladluis
    star_filled star_filled star_filled star_filled star_filled
    dot
    23  Reviews
    Vanaf € 22,00
    Levertijd wordt berekend...
    The price depends on the options chosen on the product page
  • VOLWASSEN LIEVEHEERSBEESTJES
    star_filled star_filled star_filled star_filled star_filled
    dot
    6  Reviews
    Vanaf € 24,95
    Levertijd wordt berekend...
    The price depends on the options chosen on the product page
  • NESTKAST KOOLMEES - BOOMKLEVER - HUISMUS
    star_filled star_filled star_filled star_filled star_filled
    dot
    2  Reviews
    € 22,00
    Levertijd wordt berekend...
  • NESTKAST PIMPELMEES
    star_stroke star_stroke star_stroke star_stroke star_stroke
    dot
    0  Reviews
    € 22,00
    Levertijd wordt berekend...
  • Een Aphidoletes larve met een bladluis van onder de microscoop. De Aphidoletes larve is langwerpig en oranje-rood. De bladluis is oranje van kleur en kleiner dan de Aphidoletes.
    star_filled star_filled star_filled star_filled star_filled
    dot
    1  Review
    Vanaf € 36,50
    Levertijd wordt berekend...
    The price depends on the options chosen on the product page
  • BOOMLIJMBAND | Gele lijmband - 5m x 30cm
    star_filled star_filled star_filled star_filled star_filled
    dot
    1  Review
    € 18,00
    Levertijd wordt berekend...
  • Lieveheersbeestkastje
    star_filled star_filled star_filled star_filled star_filled
    dot
    1  Review
    € 18,00
    Levertijd wordt berekend...

Bladluizen komen op zoveel verschillende planten, bomen en struiken voor dat je er altijd hier en daar zult aantreffen. Binnenshuis op kamerplanten, orchideeën en vetplanten, in de kas of de groentetuin op sla, kolen, bonen, peterselie, paprika, aubergine en nog veel meer. In de siertuin vind je bladluis op hagen (denk maar aan de beukenbladluis), rozen, klimop, leilinde, en terrasplanten zoals Oleander en Catalpa. En niet te vergeten: ook vele fruitbomen krijgen bladluizen te gast. Elke plant, struik of boom heeft zo waar zijn specifieke bladluis die er graag vertoeft.

Als bladluizen een echte plaag vormen in je tuin, betekent dit dat je van nature weinig nuttige insecten aantrekt. Dringend tijd om te zorgen voor meer biodiversiteit, zodat je niet elk jaar dezelfde problemen tegen komt!

Hoe zien bladluizen eruit?

bladluis op rozen

Bladluizen zijn zacht en peervormig, meestal tussen 2 en 5 mm. Ze kunnen naargelang de soort verschillende kleuren hebben. Zo zijn er zwarte bladluizen, groene bladluizen, gele, oranje en rode bladluizen.

Witte bladluizen?

Vaak denken we dat bladluis wit is omdat we iets wit op de bladeren zien liggen. Dit zijn de lege huidjes die de bladluizen achterlaten nadat ze verveld zijn. Elke bladluis vervelt 4 keer tussen geboorte en volwassen stadium. Vandaar de grote hoeveelheid witte vervellingshuidjes die achter blijven op de bladeren.

Meestal herkennen we eerst de witte vervellingshuidjes en pas nadien, als we goed kijken op de groeipunten of tegen de steeltjes, ontdekken we de bladluizen. De witte vervellingshuidjes vind je op alle planten terug waar bladluizen zijn, zowel op kamerplanten binnen als op buitenplanten. Deze zogenaamde witte bladluis moet je dus niet bestrijden, maar wel de echte bladluizen!

Gevleugelde en ongevleugelde bladluizen

Er bestaan gevleugelde en ongevleugelde bladluizen. Vleugels worden door de bladluizen ontwikkeld als dit nodig is. Gevleugelde bladluizen komen vooral tot stand op het moment dat de bladluizen van waardplant moeten wisselen (in het voorjaar en in de herfst) en in de zomer op het moment dat een plant overbevolkt is geraakt. Zo kunnen ze dan uitwijken naar minder bevolkte planten. Meestal heb je op een plant maar enkele gevleugelde bladluizen, namelijk deze die net gemigreerd zijn of gaan migreren. Ze komen aan op de plant om daar nieuwe kolonies ongevleugelde bladluizen te stichten of vertrekken er om elders nieuwe kolonies op te richten.

Heb je alleen nog maar vliegende bladluizen? Dan zijn ze net bij jou geland en nog niet talrijk. Vliegende bladluis kan je gemakkelijk bestrijden door ze met je vingers plat te drukken.

Schade van bladluis

De schade van bladluis situeert zich op verschillende vlakken.Hieronder een overzicht van welke schade bladluizen aanrichten.

Wat doen bladluizen op de planten?

Bladluizen voeden zich met plantensappen. Ze prikken met hun stekende en zuigende monddelen een opening in het blad van de plant. Door de stuwing van het plantensap, wordt het sap in het voedselkanaal van de bladluis geduwd.

Bladluizen voeden zich dus meestal passief aan de plant. Wanneer ze dorst hebben, kunnen ze ook actief zelf plantensap opzuigen.

Bladluizen bevinden zich vaak op groeipunten, zoals jonge bladstengels of bloemknoppen. Deze kwetsbare plantendelen bevatten veel voedingsstoffen voor de plant en zijn rijk aan eiwitten, die de bladluizen nodig hebben.

Bladluizen produceren honingdauw

Plantensappen bevatten vooral suiker en weinig eiwitten. Daarom moeten bladluizen veel sap zuigen om voldoende eiwitten binnen te krijgen. Het teveel aan suiker wordt uitgescheiden als honingdauw.

Honingdauw is een erg plakkerige, kleurloze vloeistof. Dit is echt vervelend als dit op trottoirs, terrassen of auto’s terecht komt. De honingdauw die de bladluizen uitscheiden, valt in eerste instantie op de onderliggende bladeren van de bomen (planten) maar bij grote aantasting kan het als het ware honingdauw regenen en komt er dus veel op de harde materialen onder de bomen terecht (terrassen, auto’s e.d.) of op het gras.

Ook vruchten zoals tomaten en paprika’s kunnen ermee besmeurd raken. Met veel warm water en goed schrobben kan je dit verwijderen maar het is geen prettig en smakelijk klusje.

Roetdauwschimmel als gevolg van honingdauw

bladluis roetdauwschimmel

Op de honingdauw groeit na verloop van tijd een zwarte schimmel, roetdauwschimmel, genoemd. Dit is op zich geen schadelijke schimmel voor de planten of vruchten maar een parasitaire schimmel die groeit op de uitgescheiden honingdauw van de bladluizen. De honingdauw is als het ware de voedingsbodem voor de schimmel.

De planten gaan niet dood van de uitgescheiden honingdauw of zwarte roetdauwschimmel. Het is alleen erg lastig.

Afstervende planten

Jonge planten (sla, aardbeien, courgetten, paprika’s, rozelaars, e.g.) of hagen (vooral beukenhagen) kunnen wel degelijk afsterven bij een zware bladluisaantasting. Jonge planten verliezen te veel groeikracht en hebben weinig reserve om weerstand te bieden.

Bij jonge aanplantingen is het raadzaam om snel in te grijpen door natuurlijke vijanden zoals larven van lieveheersbeestjes of larven van gaasvlieg uit te zetten.

Vergroeiingen

Sommige bladluizen veroorzaken vergroeiingen, wat op zich niet dodelijk is voor de planten maar wel esthetische schade veroorzaakt. Dit zie je regelmatig op rozen.

Virussen en bladluis

Bladluizen veroorzaken de grootste economische schade bij boeren doordat ze virussen overdragen op planten zoals aardappelen, tomaten en paprika’s. Terwijl ze zich voeden met plantensap, infecteren ze de plant met een virus. Virussen hebben een overbrenger nodig, zoals bladluizen, witte vliegen of schimmels, om zich te verspreiden.

Bladluizen kunnen virussen op twee manieren overbrengen::

  • Niet-persistente (of non-persistente) virussen zijn virussen die door aanraking worden overgebracht. De bladluis kan na een zieke plant te hebben geprikt, dit overbrengen op andere gezonde planten. Tijdens de korte celpunctie wordt speeksel van de besmette bladluis in de bladcel geïnjecteerd en daarmee worden nieuwe planten geïnfecteerd. Na korte tijd (1 à 2 u) is de bladluis terug virus-vrij.
  • Persistente virussen blijven in de bladluis en worden pas overgedragen nadat het virus een tijd in de spijsvertering van de bladluis heeft gezeten. De bladluis blijft het virus voor de rest van haar leven overdragen.

De meeste virussen veroorzaken groeiremming of verkleuring (schakeringen) in verschillende plantendelen. De meest gekende en gevreesde virussen zijn deze die door de groene perzikluis op aardappelen worden overgebracht. Maar ook slaplanten, spinaziebladeren en blad van druivelaars kunnen geïnfecteerd worden door virussen en geven de typische bladverkleuringen. Ook het tomatenmozaïekvirus is erg geducht bij de telers.

Hoe planten bladluizen zich voort?

Hoe ontstaat bladluis plots op mijn plant? Dat is een goede vraag waar een redelijk complex antwoord bij hoort; een beetje biologie.

Enkel in de winter hebben bladluizen eitjes (wintereieren), in het seizoen (maart-september) planten ze zich levendbarend voort. De jonge luizen worden als complete luis geboren en beginnen zich onmiddellijk te voeden met plantensappen. Vrouwelijke bladluizen baren vrouwelijke nakomelingen die zonder bevrucht te worden weer nieuwe bladluizen kunnen baren. Doordat het grootste deel van het jaar de voortplanting ongeslachtelijk gebeurt, kunnen ze zich razendsnel ontwikkelen in het seizoen. Bij hoge temperaturen en voldoende voedsel kan de ontwikkeling van jonge luizen in enkele dagen voltooid zijn.

Er zijn 2 types bladluis: Waardwisselende bladluissoorten (=bladluizen die van waardplant veranderen in het voorjaar en in de herfst) en niet-waardwisselende bladluissoorten (die niet van waardplant veranderen om hun voortplantingscyclus te voltooien).

levenscyclus bladluis
Bladluis Cyclus - gemaakt door R. de Konink.
  • Bladluizen die van waardplant veranderen, planten zich in de zomer ongeslachtelijk voort op de zomerwaardplanten. In de herfst migreren ze naar de winterplanten, waar ze bevrucht worden door mannetjes (die ook op die planten aanwezig zijn op dat moment) en wintereieren leggen. Door deze migraties komen plots in het seizoen gevleugelde bladluizen op de zomerwaardplanten terecht.
  • Bladluizen die niet van waardplant veranderen, paren in de winter op dezelfde planten waar ze ook in de zomer verblijven en leggen daar wintereieren.
  • In een verwarmde kas blijven de onbevruchte vrouwtjes jonge bladluizen produceren in plaats van wintereitjes te leggen. Ze kunnen ook tijdelijk op verborgen plekjes overwinteren.

Soorten bladluis

Gezien de bladluizen een zeer grote groep vormen, is het onmogelijk om binnen dit kader alle soorten te bespreken. We beperken ons daarom tot de belangrijkste soorten die vaak voorkomen in de hobbytuin.

Gelukkig hoeft je de bladluizen niet van elkaar te onderscheiden om een natuurlijke vijand in te zetten. Nuttige insecten, zoals de larven van lieveheersbeestjes en larven van gaasvliegjes, eten namelijk alle soorten bladluizen!

Wollige beukenbladluis (Phyllaphis fagi)

beukenbladluis

Heeft als enige waardplant de beukenhagen en beukenbomen. Er vindt dus geen waardwisseling plaats. De luis overwintert als ei op beuk in de bast of in de bladoksels en vanaf april ontwikkelen zich de eerste larven die zich vastzetten op de nog niet ontluikende bladeren van de beuk. De luis is maar 2 mm groot, witblauw van kleur, maar dit valt niet op door de witte wasdraden die ze uitscheiden. Het meest opvallende kenmerk is de wollige wasafscheiding die aan de luizen blijft plakken. Er zijn zowel gevleugelde als ongevleugelde exemplaren.

De gevleugelde beukenbladluis wordt vaak verward met witte vliegen. Echter witte vlieg komt niet voor op de beukenhagen. Bij een aantasting van beukenbladluizen ontstaan geelbruine vlekken op de bladeren, die daarna gaan opkrullen en uiteindelijk verdrogen. Scheutmisvorming en zware groeiremmingen kunnen eveneens voorkomen. Vooral jonge planten lijden erg onder deze aantasting en moeten zeker behandeld worden, anders zullen ze afsterven.

Zwarte bonenluis (Aphis fabae)

zwarte bonenluis

Zoals de naam doet vermoeden, zijn ze zwart van kleur. Gevleugelden en ongevleugelden zijn 1.7 tot 2.7 mm groot, breed ovaal van vorm. De zwarte bonenluis leeft altijd in kolonies en wisselt van waardplant. Winterwaardplanten zijn Kardinaalsmuts, Gelderse roos en Sneeuwbal. In april-mei verhuizen ze naar zomerwaardplanten zoals bonensoorten en suikerbiet. Ook sierheesters en zomerbloemen kunnen last hebben van de zwarte bonenluis.

Groene perzikluis (Myzus persicae)

Een 1.2 tot 2.7 mm grote luis die vooral voorkomt op groenten en meer specifiek op nachtschade zoals aardappel, tomaten, paprika’s. De aanwezigheid van de luis is te herkennen aan het omkrullen van de bladeren. De groene perzikluis kan in verschillende kleuren voorkomen gaande van wit-groen, lichtgeel, grijs-groen, roze of rood. Ze wisselen ook van waardplanten.

De overwintering gebeurt in ei-vorm op Prunus-soorten met als hoofdwaardplant de perzik, vandaar ook de naam. De Amerikaanse vogelkers, die best altijd gerooid wordt omwille van zijn agressief karakter, is een belangrijke winterwaardplant. Als adult overwinteren ze gemakkelijk op groenten in verwarmde kassen. Er ontwikkelen zich altijd eerst enkele generaties op de winterwaardplanten vooraleer ze vanaf mei migreren naar de zomerwaardplanten zoals aardappel, suikerbiet, kolen, tomaat, paprika, aubergine, sla en snijbloemen.

De groene perzikluis is bekend als virusoverbrenger. Hij is in staat minstens 100 soorten virussen over te brengen waardoor de luis zeer gevreesd is in de aardappel- en suikerbietteelt.

Katoenluis (Aphis gossypii)

Katoenluis komt in kassen voor op komkommer, meloen en paprika, maar komt ook veel buiten voor op een groot aantal groentegewassen. Buiten vormt de katoenluis meestal geen plaag omdat de temperatuur over het algemeen te laag is om zich snel te ontwikkelen. In kassen daarentegen kunnen ze explosief toenemen op zeer korte tijd. De lichaamskleur varieert van lichtgeel tot lichtgroen of zwart-groen. De luis is klein, maximum 2 mm groot, ze worden gekenmerkt door rode ogen en korte antennen. De katoenluis kan veel soorten virussen overbrengen waaronder het gevreesde komkommermozaïekvirus.

Aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae)

Komt voor op aardappel, roos, tomaat, aubergine en sla. De volwassenluis is 4 mm lang, roze of groen van kleur. De levenscyclus is vergelijkbaar met die van de groene perzikluis. Overwinteren kan als ei maar in verwarmde kassen ook als volwassen luis.

Boterbloemluis (Aulacorthum solani)

Komt vooral voor in aardappel, sla, paprika, boon, aubergine en soms tomaat. De boterbloemluis is groen van kleur. Ze overwintert als levendbarend vrouwtje op verschillende planten en kent dus geen seksuele voortplanting in de herfst zoals de meeste luizensoorten.

Melige koolluis (Brevicoryne brassicae)

melige koolluis

De melige koolluis is een luis die op kruisbloemigen voorkomt en daardoor het meest aangetroffen wordt op koolsoorten. De kleur van de melige koolluis is grijsachtig groen of dofgroen, maar lijkt grijs door het wasachtige poeder op het lichaam. Ze is 2 mm groot en kan grote kolonies vormen aan de onderkant van koolbladeren. De bladeren krijgen bobbels, krullen om en kunnen paarsachtige vlekken vertonen. Ook op spruiten kan de koolluis zich vestigen, wat vaak tot zwarte, vuile spruitjes leidt.

De melige koolluizen overwinteren op kruisbloemigen (herderstasje) als ei en gaan van mei zich verplaatsen naar jonge koolplanten. De melige koolluis kan 20 verschillende virussen overbrengen, zowel persistente als non-persistente, zoals bloemkoolmozaïekvirus en slavergelingsvirus.

Appelgrasluis (Rhopalosiphum insertum)

Dit is een luis die op appel (winterwaardplant) overwintert en vanaf mei verhuist naar grassen (zomerwaardplanten). Ze veroorzaakt weinig schade aan appels. In het voorjaar na het uitkomen van de wintereieren gaan de eerste generaties luizen de knoppen van appels bevolken. Dit kan leiden tot het krullen van de rozetbladeren. Enkel bij een hoge luizenpopulatie kan dit gevolgen hebben op de vruchtzetting en is het noodzakelijk om in te grijpen. De appelgrasluis is 2 tot 3 mm groot, de kleur is geel-groen met een donkergroene middenstreep of donkere vlekken. Hun lichaam is bedekt met een wasachtig poeder.

Groene Appeltakluis (Aphis pomi)

Komt voor op roosachtigen zoals appel, peer, lijsterbes, coteneaster, meidoorn en andere houtachtigen. Op deze planten worden ook de wintereieren afgelegd, het is geen waardwisselende soort. Ze blijven dus winter en zomer aanwezig op deze soorten.

Het is een luis die zich enkel kan ontwikkelen op jonge scheuten van planten. Daarom zal je in de oude boomgaard enkel gedurende enkele maanden (juli-augustus) last hebben van de groen appeltakluis namelijk op het moment dat er jonge scheuten aanwezig zijn. De groene appeltakluis is 2 mm groot en groen van kleur. Door de zuigactiviteit van de luis gaan bladeren krullen, maar ze zorgen niet voor vermindering van productie bij volgroeide bomen. Bij jonge aanplantingen kunnen ze wel tot misvorming van scheuten leiden en kan je best bestrijden.

Bladluis voorkomen

insectengaas

“Hoe bladluis voorkomen?” Als je vraagt hoe je bladluizen kunt voorkomen, wil je waarschijnlijk geen bladluizen in je tuin.

Schadelijke en nuttige insecten, twee kanten van dezelfde medaille

Bladluizen en hun natuurlijke vijanden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als je een chemische of natuurlijk insecticide gebruikt om bladluizen te bestrijden, dood je ook de nuttige insecten in je tuin. Dit creëert een vicieuze cirkel waarbij je blijft spuiten zonder het probleem echt op te lossen.

Het draait om balans. In een tuin zijn er altijd hier en daar bladluizen, maar als er ook nuttige insecten aanwezig zijn, lossen zij het probleem meestal vanzelf op. Een gezonde balans tussen nuttige en schadelijke insecten zorgt ervoor dat bladluizen geen groot probleem vormen.

Tips voor minder bladluis in je tuin

  • Zorg voor bloeiende planten vanaf het voorjaar tot de herfst zodat er altijd stuifmeel en nectar aanwezig is. Gaasvliegen en zweefvliegen wiens larven bladluis eten, leven zelf van nectar en honingdauw. Hetzelfde geldt voor sluipwespen die bladluizen parasiteren.
  • Snoei de vaste planten na de winter zodat er voldoende overwinteringsplaatsen zijn in holle stengels en verdorde bloemschermen.
  • Hang vogelkasten voor koolmees, pimpelmees en vleermuizen op. Ze zijn de beste natuurlijke helpers!
  • Zorg voor mulch onder de planten en struiken of laat het bladstrooisel liggen. Mulch ook je groentetuin. Daardoor stimuleer je het bodemleven. Een levende bodem is de basis van meer biodiversiteit in je tuin.
  • Geef een juiste bemesting. Mulchen met rijpe compost of wormenaarde is prima voor een trage, maar regelmatige groei. Of gebruik gecomposteerd dierlijk mest. Te fel bemeste planten, maar ook planten met een kaliumtekort zijn gevoelig voor bladluis. Teveel stikstof en zeker chemische stikstof trekt bladluizen aan, net als de ammoniakgeur van vers stalmest.
  • Vermijd groeistilstand want dit leidt tot bladluizen. Geef planten, bomen en struiken een goede start met wormenaarde en geef ze in het begin voldoende water.
  • Gele vangplaten of gele vangrollen hangen in de kas kan helpen om de eerste gevleugelde bladluizen vanaf april-mei weg te vangen.
  • Tabaksgier of tabaksrook. Tabak is een plant waar bladluizen een hekel aan hebben. De vraag rijst hier hoe gezond het is als je een gier maakt van je sigarettenpeuken of tabak laat roken. Het aanplanten van een tabaksplant zou ook helpen tegen bladluis en lijkt me meer ecologisch.
  • Insectengaas over je planten spannen is een sluitende oplossing tegen bladluis en kan ook tegen andere schadelijke insecten helpen!

Bladluis bestrijden met nuttige insecten

Er zijn veel natuurlijke helpers om bladluis biologisch te bestrijden. Sommigen zijn gecommercialiseerd en kan je bij ons aankopen. Allen zijn in de natuur aanwezig en kan je naar je tuin lokken. Het enige wat je moet doen, is zorgen dat ze zich thuis voelen bij jou. Hierbij de bladluisbestrijders op een rijtje:

Bladluis bestrijden met lieveheersbeestjes

lieveheersbeestje op bloem

Dit zijn de meest geliefde en meest bekende nuttige bestrijders van bladluis. Zowel de larven van lieveheersbeestjes als de volwassen lieveheersbeestjes eten bladluis. Er zijn vele soorten in België en Nederland bekend. De twee meest gebruikte en gekweekte soorten zijn het tweestippig en het zevenstippig lieveheersbeestje. Beiden zijn dus inheems en eenvoudig te gebruiken omdat ze alle soorten bladluizen eten. Geen zorgen dus over welke bladluissoort je hebt!

Rootsum verkoopt de tweestippige lieveheersbeestjes Adalia bipunctata als larven of als volwassen exemplaren. Dit is een soort die van nature niet zoveel voorkomt. Met je aankoop geef je de natuur een extra duwtje in de rug.

Bladluis bestrijden met larven van gaasvlieg

gaasvlieg op bloem

Chrysopa carnea is een inheemse gaasvlieg die heel frequent bij ons voorkomt. De larven van deze gaasvlieg eten massa’s bladluizen. Ze eten evenveel en even snel als de larven van lieveheersbeestjes. Het is een goed alternatief als je grote oppervlakten moet behandelen zoals beukenhagen met de wollige beukenbladluis of veel bomen. Ook voor de bestrijding van appelbloedluis en wolluis leveren ze fantastisch werk. Ze zijn veel goedkoper in aankoop dan de larven van lieveheersbeestjes en zijn ook in grote hoeveelheden bestelbaar. Rootsum verkoopt larven van gaasvliegen.

Uit onderzoek blijkt dat volwassen gaasvliegen graag vertoeven op behaarde en grote bladeren. Zo werden tijdens een onderzoek in Zwitserland 75% van al de gaasvlieg eitjes terug gevonden op bernagie (syn. blauwbekje), 5 tot 12% op de gewone hennepnetel, de grote klaproos en de vaste lupine. Hiermee kan je rekening houden bij het inzaaien van een wilde bloemenmengsel. Hoe meer gaasvliegen in je tuin, hoe beter! De volwassen groene gaasvliegen leven uitsluitend op pollen, nectar en honingdauw.

Bladluis bestrijden met zweefvliegen

wesp op bloem

In België en Nederland komen een 300 soorten zweefvliegen voor. Zweefvliegen lijken qua uiterlijk op bijen en wespen maar steken niet en zijn nuttige insecten. Ze onderscheiden zich van wespen en bijen omdat ze maar 1 paar vleugels hebben waardoor ze zich gemakkelijk kunnen wenden in de lucht. Het meest typische gedrag van zweefvliegen is het kunnen stil hangen in de lucht. Aan dit gedrag danken ze trouwens hun naam.

De volwassen zweefvliegen zijn volledig afhankelijk van nectar en pollen, zij eten geen bladluizen. De larven van sommige zweefvliegen voeden zich wel met bladluizen. Om zweefvliegen naar de tuin te lokken, moeten we zorgen dat er van vroeg in het voorjaar, reeds vanaf eind februari tot laat in de herfst bloeiende planten aanwezig zijn, hetzij door een wilde bloemenweide, hetzij door struikachtige bloeiende gewassen die ze ook veelvuldig bezoeken.

Mogelijkheden zijn:

  • Maart, april: herderstasje, akkerviooltje, witte krodde.
  • Mei, juni: herik, phacelia, raapzaad, margriet, zevenblad, wilde peen
  • Juli, augustus: korenbloem, akkermelkdistel, boekweit, gewone steenraket, bernagie, middelste teunisbloem, bloeiende pastinaak
  • September, oktober: korenbloem, margriet, boerenwormkruid, wilde cichorei

Bladluis bestrijden met oorwormen

oorworm op blad

Oorwormen worden van oudsher beschouwd als nuttige roofinsecten die bladluizen bestrijden. Vooral in ongespoten boomgaarden, kan je veel oorwormen terug vinden. Soms vind je ze ook in vruchten. Er wordt vaak ten onrechte gedacht dat oorwormen schade aan het fruit veroorzaken, maar eigenlijk eten ze alleen van reeds beschadigd fruit.

Oorwormen voeden zich niet alleen met bladluizen en appelbloedluis, maar ook met eieren van insecten, kleine rupsen, kommaschildluis, perebladvlo, mijten, larven en eieren van appelmade en zelfs algen. Het zijn werkelijk de beste opruimers in uw tuin dus alle reden om hen te sparen en aan te trekken!

De meest bekende methode is omgekeerde bloempotjes gevuld met busseltjes stro in de fruitbomen ophangen. Tot in mei blijven oorwormen in hun ondergrondse nesten maar vanaf begin juni migreren ze naar fruitbomen. Dan gebruiken ze de omgekeerde bloempotjes graag als zomerverblijf.

Bladluis bestrijden met vogels

Vogels en zeker koolmezen, pimpelmezen, mussen en merels zijn echte bladluis eters. Vandaar dat we in ons gamma nestkastjes aanbieden waaronder de koolmeeskast en pimpelmeeskast.

Bladluis bestrijden met galmuggen

aphidoletes

Dit zijn nuttige, inheemse insecten waarvan de larven bladluizen eten. De galmug Aphidoletes Aphidimyza is geen echte mug en steekt dus niet. Ze lijkt qua uiterlijk op een mug, maar voedt zich met nectar en pollen. Er zijn verschillende galmuggen bekend waarvan de larven bladluizen eten. Aphidoletes is de meest algemeen voorkomende soort waarvan de larven een zestigtal bladluissoorten op verschillende gewassen kunnen bestrijden.

De larven worden maar 2.5 mm groot en kunnen verschillende kleuren (rood, geel, oranje, bruin) aannemen naargelang het voedsel dat ze eten. De bladluizen worden eerst door een gif verlamd, daardoor lost de inhoud van het lichaam van de luis zich op en kunnen de larven dit opzuigen. De poppen van de galmug moeten in een vochtige grond kunnen verpoppen. Aphidoletes wordt als pop verkocht en moeten uitgestrooid worden op de grond in de buurt van de bladluisaantasting.

Aphidoletes is een zinvolle bestrijder voor orangeries of kantoorbeplantingen omdat de volwassen muggen vliegen en eieren kunnen afleggen tussen bladluiskolonies die zich hoog in de planten bevinden.

Andere methodes om luizen op planten te bestrijden

Bladluis bestrijden met spiritus

Een mengsel van half spiritus, half water wordt vaak gemengd met zeep en gespoten op de bladeren. Als je spiritus wilt gebruiken, doe het enkel op sierplanten en zeker niet op groenteplanten of kamerplanten.

Doe het nooit in de volle zon want de kans op verbranding is reëel.

Bladluis bestrijden met brandnetelgier?

Sproeien met een brandnetelaftreksel kan tijdelijk helpen. Vermijd echter om brandnetelgier te spuiten, dat is een meststof en geen bestrijdingsmiddel.

Gier ontstaat als je kruiden een tiental dagen onder water laat staan. De gier ontstaat door de gisting, krijgt daardoor een erg scherpe geur en bevat veel ammoniak waardoor luizen net worden aangetrokken. Bij een kruidenaftreksel laat men de planten maximum 24 u weken.

Een aftreksel van kruiden is een hulpmiddel, maar biedt meestal geen blijvende oplossing. Bladluizen houden niet van lavendel, bonenkruid, salie, hysop, ui en knoflook. Van al deze kruiden kan dus een aftreksel gemaakt worden. 1/10 kruiden mengen met 9/10 water, zeven en spuiten.

Bladluis bestrijden met afwasmiddel

Je kan sproeien met een oplossing van water en 3% groene (ook bruine genoemd) zeep. Je maakt dus letterlijk een zeepsop. Kies alleszins voor een natuurlijke zeep. Om te vermijden dat het teveel schuimt, kan je een soeplepel plantaardige olie toevoegen.

Ik zou zelf mijn groenten niet bespuiten met deze zeepoplossing. Want is dit wel zo gezond? Hoeveel restanten blijven er achter op de groenten die we eten?

Bladluis chemische bestrijden

Door chemische middelen te gebruiken, blijf je in een vicieuze cirkel ronddraaien. Ze doden niet alleen bladluis maar ook de nuttige insecten die bladluizen eten. Dit geldt trouwens ook voor biologische spuitmiddelen zoals pyrethrum en spinosad die niet selectief werken. Gebruik het niet, spaar de natuurlijke helpers, koop larven van lieveheersbeestjes en gaasvliegjes als de natuur het niet aankan en creëer met de jaren een natuurlijke balans in je tuin!

Bladluis en mieren

Bladluis vind je vaak in gezelschap van mieren. Deze twee leven in symbiose met elkaar. Bladluizen voeden zich met plantensap en scheiden overtollige suikers uit in de vorm van honingdauw. Mieren verzamelen deze honingdauw als voedselbron en kunnen grote hoeveelheden ervan eten.

In ruil voor deze zoete traktatie beschermen mieren de bladluizen tegen natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes en andere roofinsecten. Dit is nadelig als we nuttige insecten uitzetten. Daarom is het gewenst de mieren eerst te weren of te bestrijden vooraleer larven van lieveheersbeestjes of larven van gaasvliegjes uit te zetten. Bomen die jaarlijks last hebben van bladluizen kan je vroeg in het seizoen voorzien van een boomlijmband. In andere situaties kan je mier-run of ecologische mierendoosjes gebruiken.

Weetjes over bladluis

Hieronder enkele weetjes over bladluizen.

  • Een bladluis zal op een blad dat er goed uitziet eerst een proefboring doen om de voedingswaarde van het sap te beoordelen
  • Planten die beschadigd worden door de zuigactiviteit van bladluizen gaan signaalstoffen uitzenden zodat lieveheersbeestjes of andere nuttige bestrijders worden aangetrokken.
  • De kleur die de bladluis aanneemt, varieert naargelang de temperatuur, het voedsel en de dichtheid van de bladluispopulatie. Daarom kent 1 bladluissoort verschillende kleuren. Grote exemplaren zijn vaak donkergroen tot zwart terwijl kleine luizen in overbevolkte kolonies vaak geel tot wit-geel zijn.
  • Vrouwelijke schildluizen worden geplet en als kleurstof gemengd in veel voedingsmiddelen.

Bladluis is geen witte vlieg

bladluis eitjes

Een witte vlieg is makkelijk te herkennen; het is een klein wit motje dat wegvliegt wanneer je de plant aanraakt. Een bladluis is meestal ongevleugeld, hoewel er ook gevleugelde luizen bestaan.

Eén soort bladluis, de wollige beukenbladluis, zorgt vaak voor verwarring. Deze heeft een wollige wasafscheiding die op de luizen plakt. Er zijn zowel gevleugelde als ongevleugelde exemplaren. De beukenbladluis vliegt gemakkelijk weg als je de haag aanraakt, waardoor mensen vaak denken dat het om witte vlieg gaat.

Het is belangrijk om het verschil te kennen, vooral als je nuttige insecten wilt inzetten. Witte vlieg bestrijd je met Encarsia of Eretmocerus sluipwespen. Beukenbladluis bestrijd je het beste met Chrysopa larven. Ingeval je maar weinig beukenhaag hebt, kan je ook kiezen voor larven van lieveheersbeestjes.

Verschil tussen bladluis, wolluis en schildluis

Schildluizen en wolluizen behoren tot dezelfde superfamilie der schildluizen (Coccoidea). Bladluizen daarentegen behoren tot de superfamilie der Aphidoidea.

Schildluizen en dopluizen

Beide soorten hebben een harde schildachtige bedekking waaronder de vrouwtjes de eitjes afleggen. De vrouwelijke schildluizen zitten constant vastgehecht aan de plant. Ze verplaatsen zich niet. De larven, die uit de eitjes komen, kunnen zich wel verplaatsen. Ze gaan op zoek naar een goed plaatsje op het blad om zich daar vast te hechten. Dit noemen we het moment van migratie. Dan zijn ze gemakkelijk te bestrijden omdat ze nog geen schild hebben gevormd.

Er zijn wel 8000 soorten schildluizen met een zeer verschillend uiterlijk zowel qua vorm als qua kleur. De meest bekende zijn de komma- of ovaalachtige dekschilden van schildluizen en de ronde bolvormige dekschilden van dopluizen. Schildluizen bevinden zich op stengels, stammen en bladeren van planten.

De mannelijke schildluizen zijn zeer klein en gevleugeld. Ze zijn niet echt nodig want vaak vindt er een ongeslachtelijke voortplanting plaats. Schildluizen kunnen zowel binnen als buiten op planten (denk aan laurier) voorkomen in België en Nederland.

Meer weten over schild- en dopluizen?

Wolluizen

plant schade wolluis

Het lichaam van de vrouwelijke wolluis is vanaf het 3de larvestadium bedekt met wit wasachtig materiaal in de vorm van poeder, draden of uitsteeksels. Een vrouwelijke wolluis ziet er een beetje uit als een pissebed maar dan wit van kleur met een wasachtige bedekking. In tegenstelling tot schild- en dopluizen, kunnen wolluizen wel voortbewegen.

De vrouwtjes clusteren samen in bladoksels of onder losse schorsdelen. Ze kunnen 300 tot 500 eitjes leggen in een eizak die ook met wasachtig materiaal wordt bedekt.

Mannelijke wolluizen zien er totaal verschillend uit en worden bijna nooit waargenomen in de planten. Ze zijn maar 1 mm groot, hebben vleugels maar geen monddelen, ze kunnen dus geen voedsel opnemen. Ze zijn er enkel voor de bevruchting van de wijfjes.

De belangrijkste soort is de citruswolluis (Planococcus citri) die vooral op sierplanten voorkomt. Verder zijn er verschillende Pseudococcus-soorten. Wolluizen komen veel voor op kamerplanten en terrasplanten. Erg gevoelige planten zijn: cactussen, varens en palmen maar ook citrusbomen, bromelia, fuchsia’s, olijfbomen, passievrucht, bananenboom, ananas, druiven en orchideeën niet te vergeten.

In ons klimaat vinden we buiten zelden wolluisaantasting op de planten. Ze houden van vochtig en warme omgevingen. Let dus op: in beukenhagen zit geen wolluis maar de wollige beukenbladluis die anders moet bestreden worden dan de wolluis.

Schadebeeld van wolluis is gelijklopend met bladluis: uitscheiding van honingdauw, groei van de zwarte roetdauwschimmel, vergeling en groeiremming door het zuigen van plantensappen. Verschillend is de pluizige witte was op de bladeren en stengels wat de planten en vruchten nog meer doet vervuilen.

Meer weten over wolluis?