Welke dieren graven gaten in de tuin? Een heel goede vraag want er zijn ontzettend veel dieren die gaten, gangen, holen of hopen in je tuin kunnen maken. Dit kunnen gaten in het gazon zijn maar evengoed gaten in de moestuin of siertuinperken. Deze dieren hoeven niet noodzakelijk geweerd te worden. Vaak zijn ze nuttig en kan je ze gewoon gerust laten als ze je geen overlast bezorgen. Ook verschillende soorten kevers en insecten leven ondergronds en kunnen gaatjes maken in je tuin.

Ik probeer hier een overzichtje te geven zodat je al een eerste idee krijgt van wie je tuin bewoont of bezoekt.

Welk dier graaft gangen onder de grond?

Veel dieren graven gangen onder de grond, zo creëren ze een warme en veilige schuilplaats. Vaak wordt het gegraven gangenstelsel ook gebruikt als nestgelegenheid voor de jongen maar niet altijd. De grootte van de gaten die we aan de buitenkant van het gangenstelsel zien, geven ons een indicatie over welk dier het zou kunnen gaan. In volgorde van grootte bespreek ik hierbij de meest voorkomende mogelijkheden.

Grijze zandbij
Grijze zandbij

Ondiepe putjes en kleine gaatjes van 1 cm

Ondiepe gaten in het gazon kan het werk zijn van vogels of kevers. Meestal de combinatie van de twee. Keverlarven die zich onder de grasmat ontwikkelen, komen als ze volwassen zijn uit de grond via een klein gaatje. Die gaatjes zie je in je gazon.

Anderzijds staan keverlarven, emelten en regenwormen op de menu van tal van vogels, denk maar aan merels, spreeuwen, kraaien en kauwen. Op zoek naar al dat lekkers, pikken de vogels in het gazon en maken ze ondiepe putjes.

Kleine, ronde gaatjes in de grond of tussen de beplanting kunnen ook wijzen op de aanwezigheid van een nest aardhommels. Dit merk je snel op omdat de insecten aan en af vliegen. Aardhommels bouwen hun nest in de grond in verlaten gangen van muizen of mollen. Een kolonie in de grond kan op zijn hoogtepunt tot 400 à 500 hommels tellen.

Graafwespen maar ook de gewone Duitse wespen en hoornaars kunnen hun nest in de grond bouwen. Graafwespen graven meestal een holletje in los zand. Ondanks dat ze solitair leven, zoeken ze elkaars gezelschap op en maken ze hun nestholletjes dicht bij elkaar. Zo tref je vaak vele holletjes bij elkaar. Graafwespen steken niet en vormen geen gevaar voor de mens.

In geval van de Duitse wesp en hoornaar is het wel opletten geblazen. Hun nesten worden vaak gebouwd onder struiken, hagen of in verlaten muizen en mollengangen. Als je te dichtbij komt, voelen de wespen de trillingen en kunnen ze gaan aanvallen. Een goed ontwikkeld grondnest van de Duitse wesp kan tot 5000 exemplaren bevatten.

Ook zandbijen en andere soorten solitaire bijen graven gaatjes in de grond. 70 % van de wilde bijen leven uitsluitend onder de grond. Afhankelijk van de soort maken ze een nestholletje gewoon recht naar beneden in de grond of graven ze horizontaal in een talud.

De gaatjes zijn rond en ongeveer 1 cm groot. Zandbijen verkiezen zandige gronden en vind je ook regelmatig in gazons. Net als graafwespen kunnen zandbijen hun nestholletjes vlakbij elkaar maken. Tussen de zandbijen kan je ook wespbijen aantreffen, ze leggen hun eitjes in de nestgangen van de zandbijen maar zijn eveneens ongevaarlijk.

Alle solitaire bijen zijn ongevaarlijk en zeer belangrijk voor onze biodiversiteit!

Kleine hoopjes aarde

Soms zie je op het gazon of tussen tegels kleine, gedraaide hoopjes. Het lijkt op aarde maar het zijn de uitwerpselen van regenwormen die dit karakteristiek uiterlijk hebben. Tref je dit in je tuin, dan het is het zeer goed nieuws. De uitwerpselen van regenwormen zijn immers erg voedzaam voor de plantenwortels en het gras. Vele hoopjes duiden op een grote activiteit van regenwormen, wat betekent dat je grond goed verlucht wordt en je een goede bodemstructuur hebt.

Mierenhoopjes

Kleine gaten omgeven door zand

Mierentunnels herken je bovengronds aan kleine ronde gaatjes met daarrond losse zand. De constructie van mierennesten verschilt per soort maar algemeen kan gesteld worden dat het om een vernuftig ondergronds netwerk gaan van autostrades en verbindingswegen met vele kamers met verschillende functies. Meer weten over mieren?

Muizenhol

Kleine gaten van 2-5 cm

Huismuizen maken een rond hol in de grond met een doorsnee van 3 cm maar kunnen ook binnenshuis wonen.

Bosmuizen leven altijd onder de grond en maken een gangenstelsel op 50 cm diepte met meestal 2 uitgangen. Vanaf de ingang gaat de gang recht naar beneden. De gangen zijn ongeveer 1 m lang en hebben een doorsnee van 3 cm. De uitgegraven aarde ligt eerder voor de ingang. Hun gangenstelsel kan generaties gebruikt worden. Het nest van de bosmuis kan zowel ondergronds als bovengronds liggen en wordt gemaakt van bladeren en mossen. Soms wordt als nestgelegenheid een vogelkastje gebruikt.

Spitsmuizen zijn nuttige diertjes die zich voeden met insecten zoals spinnen, larven, pissebedden, slakjes, kakkerlakken en zelfs jonge muizen, hagedissen en aas. Ze gebruiken vaak een oud muizenhol of mollenhol als woonplaats waardoor bij het hol het opgehoopte zand ontbreekt. Soms graven ze ook zelf een hol. Dit heeft een doorsnee van 2,5 cm en bevat een komvormig nest. Je kan hun ranzig zure geur aan de ingang van het hol ruiken als het hol bewoond is.

De ondergrondse woelmuis graaft gangen tot 40 cm diepte met een doorsnee van 3 cm. Het eerste deel van de gang loopt loodrecht naar beneden. Het gangenstelstel bevat zowel nest- als voorraadkamers. Je treft deze vaak onder struiken, bodembedekkers of onder een dikke mulchlaag. Woelmuizen zijn hoofdzakelijk planteneters. Daarom zijn ze ook niet geliefd in onze tuinen.

De Noorse woelmuis komt ook in Nederland voor maar tref je minder in tuinen. Ze wordt door andere woelmuizen verdreven naar nattere gebieden waar ze ook goed kunnen overleven. Ook deze soort maakt gangen onder de grond met nest- en voorraadkamers. Het holletje heeft een diameter van 4 à 5 cm. Bovengronds zie je mini molshopen van 10 tot 20 cm.

Woelratten tref je vooral aan in de buurt van stilstaand, zoet water. Ze graven een ondergronds gangenstelsel dat tot 100 m lang kan worden en tot 1 m diep kan liggen. Woelratten kunnen zowel bovengronds als in hun ondergronds gangenstelsel nesten maken. Ze kunnen schade aanrichten in tuinen en boomgaarden in waterrijke streken.

Veenmollen maken ondergrondse gangen om hun jongen in groot te brengen. Tijdens deze tocht bijten ze wortels stuk die in de weg zitten. Ook bovengronds vernielen ze planten om hun nest voldoende zonnewarmte te kunnen bieden. Bovengronds herken je de veenmollen aan de kleine, ronde gaatjes van een centimeter groot maar deze vallen eigenlijk zelden op. Het meest herkenbaar zijn de bruine plekken die ontstaan door het afsterven van gras of planten bovengronds.

Gaten van 7 tot 10 cm

Bruine ratten graven een holenstelstel maar kunnen net als de zwarte ratten ook leven in schuren, tussen muren en onder vloeren. Ronde gaten van 9 cm doorsnee die de ingang vormen van een verticale tunnel is vaak van een bruine rat. Meestal liggen ze goed verborgen onder de compost of houten planken, in de buurt van het kippenhok als dat aanwezig is. Zo zijn ze meteen verzekerd van voedsel!

Als het effectief om ratten gaat, kan je best meteen ingrijpen met de nodige maatregelen om een rattenplaag te vermijden. Meestal kan je hiervoor terecht bij de gemeentelijke instanties.

Ook konijnen wonen in een zelf gegraven gangenstelsel en kunnen in landelijke gebied in tuinen voorkomen. Een konijnenpijp is 7.5 cm van doorsnee. In de natuur kunnen ze ook in een oude vossen- of dassenburcht wonen.

Hazen maken geen holen zoals konijnen. Ze maken ondiepe uithollingen (legers genoemd) van 10 tot 20 cm diep en 25 cm lang. Ze liggen met hun achterlijf in het diepste deel. Deze worden gegraven in bosranden, heggen of hoog gras.

Trechtervormige ondiepe gaten in je tuin

Gaten die maar een vuistgroot zijn en niet dieper zijn uitgegraven, zijn vaak van een egel. Ze zoeken met hun snuit naar voedsel in de grond en graven daarvoor deze typische gaten. Egels zijn een geschenk voor je tuin want ze voeden zich ook met slakken, schadelijke insecten en larven.

De egels maken geen ondergrondse nesten. Ze slapen onder struikgewas, in holtes van bomen, composthopen of konijnenholen en maken nesten van bladeren en mos. De nesten voor de jongen worden ook bovengronds gebouwd op verborgen plekken zoals in de composthoop of onder een takkenwal. Winternesten worden wel in de grond gemaakt, ergens tegen een schutting aan zodat ze veilig hun winterslaap kunnen aanvatten.

Molshopen

Molshopen in je tuin

De mollen graven ondergrondse gangen waardoor overtollige aarde omhoog worden geduwd. Het gangenstelsel van een mannetje kan tot 3000 m2 beslaan, van een vrouwtje tot 2000 m2. De verschillende territoria kunnen gemeenschappelijke tunnels bevatten. De mol maakt zijn nest op 50 cm diepte en is 25 cm breed.

Mollen zijn erg nuttig omdat ze veel insecten, slakken, larven en regenwormen eten. Om de mol het minst te storen, kan je de aardehoop gewoon uit elkaar harken over je gazon of perk.

Vossenhol

Grote holen van 25- 30 cm doorsnee

Dergelijke grote holen kunnen van een das of vos zijn. Meestal tref je die niet in je tuin maar in de natuur.

Dassenholen zijn ondergrondse burchten waar verschillende generaties bij elkaar wonen. De kamers kunnen 3 tot 4 m diep liggen. Dassen kunnen hun holen delen met andere diersoorten zoals vossen, bunzingen en zelfs konijnen. Dassenholen hebben verschillende ingangen (meestal 3 tot 10) die wel tientallen meters uit elkaar kunnen liggen. In de loop van vele generaties wordt de burcht steeds meer uitgebreid en kan ze zelfs een hectare groot worden. Daarnaast hebben dassen ook vluchtpijpen. Dit zijn eenvoudige holen in taluds en greppels waarin ze zich kunnen verbergen bij gevaar als ze op zoek zijn naar voedsel.

Typisch voor dassen is dat ze hun behoefte doen buitenshuis. Hiervoor graven ze een latrine in de omgeving of als afbakening op de grens van hun territorium.

Vossen graven burchten die uit één of meer gangen bestaan met een diameter van 25 tot 30 cm. Deze burchten worden gebruikt als nestplaats voor de jongen of bij gevaar. Vossen rusten overdag net als hazen in legers tussen gras of in een greppel.

Het verschil tussen dassen- en vossenburchten?

Bij een vossenhol ligt de uitgegraven zand recht voor de ingang terwijl dassen het zand in een cirkel rond de ingang deponeren.

Ligt de ingang van de burcht er netjes bij, gaat het waarschijnlijk om een dassenhol. Pootafdrukken en gevonden uitwerpselen kunnen je ook op het goede spoor zetten. Dassenuitwerpselen vind je bijna nooit omdat ze achtergelaten worden in de gegraven latrines. Vossenuitwerpselen zijn langwerpige ballen.

Dassen en vossen komen in de tuin in eerste instantie zoeken naar voedsel en gaan hun hol verder weg van de bewoonde wereld maken.

Dassen kunnen op één nacht een echte ravage aanrichten, ze maken ondiepe holtes in bermen, perken of in het gazon. Op zoek naar regenwormen maken ze gaten van 10 tot 15 cm diep, ze kiezen hiervoor open percelen of kort gras. In hoog gras kunnen ze de regenwormen niet pakken. Ik heb zelf al tweemaal dassen op bezoek gehad, telkens als we het perceel hadden gemulcht met verteerd stalmest en er dus veel wormen te vinden waren. Behalve regenwormen staan ook bosvruchten, noten, eikels, knollen, paddenstoelen, gevallen fruit, kevers, slakken, wespen- en hommelbroed op het menu.

Vossen zijn vooral op jacht naar kippen in de tuin. De vos verbergt zijn prooi in holen maar zal die niet in je tuin graven.

Welk dier graaft gangen onder tegels?

Er kunnen verschillende dieren gangen graven onder tegels. Denk hierbij maar aan muizen, ratten en woelratten evenals mollen en mieren. Mieren zijn op terrassen meestal de grootste boosdoener, je hebt er het meeste last van omdat de tegels los komen te liggen door het zand dat ze naar boven brengen.

De knaagdieren die vlak onder de grond de gangen maken, hebben meestal een zichtbare uitgang. Aan de grootte van de uitgang kan je dan inschatten over welk dier het gaat.

Ook interessant om te lezen: