Je hebt het zeker al gemerkt in je tuin? Bonen- en courgetteplanten weten van de eerste vorst terwijl broccoli’ss, bloemkolen of preiplanten nog ongestoord verder groeien! Laten we eens kijken hoe dit komt?
Hoe herken ik vorstschade?
Vorstschade herken je aan slaphangende of bruinzwart verkleurde bladeren. Op tomaten en andere vruchten kunnen zwarte vlekken ontstaan.
Soms zie je ook pas later dat de vruchten vorstschade hebben opgelopen. Terwijl ze aan de plant hangen lijken ze nog prima in orde maar als je ze oogst en op warmere temperaturen legt, gaan ze ingezonken plekken krijgen en rotten.
Kan ik vorstschade herstellen bij groenteplanten?

Bij groenteplanten kan je de opgelopen vriesschade niet meer herstellen. Is er maar één nacht vorst, kunnen de tomaten mogelijks nog heropleven maar bonen-, courgette-, pompoen- en paprikaplanten zijn zonder bescherming verloren.
Daarom is het beter om preventieve maatregelen te nemen als de eerste vorst zich aankondigt. Klimaatdoek is erg geschikt om groentepercelen te beschermen. Onder de klimaatdoek creëer je een microklimaat waardoor de planten enkele graden vorst kunnen weerstaan.
Wat is vorstresistentie?

Vorstresistentie betekent dat planten bij temperaturen lager dan 0°C geen schade oplopen.
Er zijn verschillende gradaties in vorst: tussen 0 en -5°C spreken we van lichte vorst; tussen -5 en -10°C spreken we van matige vorst en tussen -10 en -15°C spreken we van strenge vorst.
Er zijn groenteplanten die bij lichte vorst afsterven en anderen die matige en zelfs zware vorst verdragen. Er is dus een gradatie in vorstresistentie van groenteplanten.
Zowel in het voorjaar als in het najaar kunnen planten vorstschade oplopen. Jonge kiemplantjes in het voorjaar zijn gevoeliger aan vorst dan volwassen planten in het najaar. Voor vorstgevoelige kiemplantjes is één lentenachtvorst met een graadje onder nul al fataal. Dit geldt voor komkommer, paprika, bonen, (water)meloen, tomaat, aubergine en augurken.
In het najaar kunnen de meeste groenteplanten grondvorst net onder nul wel aan; tenminste als de grondvorst sporadisch voorkomt en niet aanhoudt. De groenteplanten die in het najaar het eerst het bijltje erbij neer gooien zijn dezelfde planten als deze die in het voorjaar geen vorst verdragen.
Vriestemperaturen lager dan -5°C zijn voor niet vorstresistente groenteplanten fataal, zelfs met een bescherming van klimaatdoek. Op dat moment overleven nog enkel de vorstresistente planten zoals prei, aardpeer, winterui, boerenkool, knoflook, koolraap, pastinaak, savooikool, schorseneer, snijselder, winterspinazie, veldsla roosjes en winterpostelein. Deze groenten kan je heel de winter oogsten met uitzondering van knoflook en winterui die in de herfst geplant worden maar zich pas verder ontwikkelen in het volgend voorjaar.
Hoe komt het dan sommige groenteplanten tegen de vorst kunnen en anderen niet?

Bij vorst gaat het water in de plantencellen uitzetten. Dat gebeurt bij alle planten maar toch is er bij de ene plant meteen zichtbare schade en bij de andere plant helemaal geen schade.
Hoe kan dit?
Plantencellen bevatten altijd water maar niet alle planten hebben hetzelfde water in hun cellen. Groenteplanten die stand houden bij vorst (-5°C en meer) zijn planten die van nature veel suikers aanmaken. Die suikers zitten ook in het plantenvocht.
Suikerwater bevriest niet zo snel als gewoon water, het werkt als een soort antivries. Vandaar dat sommige groenteplanten onmiddellijk bevriezen en anderen meer vorst verdragen.
Hierbij een foto van een bloemkoolplant na één nacht vorst van -4°C. De bladeren weten ervan en zijn open gevallen maar de bloemkool is nog intact.
Welke groenten smaken beter na de vorst?
Je hebt zeker al gehoord dat sommige groenten beter smaken na de eerste vorst. De planten worden dankzij de koude geactiveerd om zetmeel om te zetten in suikers. De samenstelling van de bladeren en knolgroenten verandert, ze gaan zoeter smaken. Zelfs een periode van voortdurende koude zonder echte vorst, zorgt voor een betere smaak bij sommige groenten.
Dit geldt voor spruiten, pastinaak, aardperen, knolselder, boerenkool en wortels.
Groenten inkuilen of afdekken?
Sommige groenten kan je in de winter inkuilen en opgraven als je ze nodig hebt. Deze oude methode wordt nog zeer weinig toegepast. Bij inkuilen houd je de planten eigenlijk in leven. Dit houdt ook in dat ingekuilde groenten in het voorjaar terug gaan schieten, op dat moment gaat de smaak snel achteruit.
Inkuilen kan zowel buiten als binnen. Inkuilen binnen doe je door de groenten in een kist of bak te leggen met vochtige zand. Buiten kan je een kuil maken in de grond of ingeval van zware grond kan je beter een kuil maken op de grond (een bult dus) met een greppel erom heen zodat de groenten droog blijven. Wortelgewassen leg je plat op de grond, kolen zet je met de wortels op de grond. De kuil wordt vervolgens afgedekt met stro en een plaat zodat water en vorst er niet bij kunnen.
Ik zelf kuil geen groenten in en laat ze gewoon op het perceel staan waar ze groeiden.
Wortelen en schorseneren kan je ter plaatse laten staan evenals pastinaak, wortelpeterselie en aardperen gezien ze winterhard zijn. Als het erg strenge vorst (-8°C) is, dek ik ze af met een dikke laag stro en klimaatdoek.
Ook interessant om te lezen: