De wilde bloemen, die wij vaak onkruiden noemen, zeggen iets over je bodem: de grondstructuur, de Ph of zuurtegraad van de grond, het stikstofgehalte van de bodem of de waterhuishouding (droog-vochtige grond). Ze geven je belangrijke informatie over de kwaliteit van je bodem en bodemstructuur.
Baseer je niet op één plantje. Meestal staan ze met meerdere plantjes bij elkaar en dan mag je gerust zijn dat ze je iets te vertellen hebben.
Lijst van signaalplanten of indicatorplanten
Laten we eens kijken wat de wilde planten ons te vertellen hebben! Vooreerst wil ik opmerken dat deze lijst niet volledig is. Er zijn uiteraard nog tal van andere wilde planten die een signaalfunctie hebben. Ik heb me beperkt tot de meest bekende en algemeen voorkomende soorten.
- Stikstofrijk bemest: Akkerdistel, brandnetel, herderstasje (en kalkrijk), kleefkruid, paardenbloem, duivekervel, (vogel)muur, steenraket, zwarte nachtschade, grote en akkerereprijs, klimopereprijs, klein kruiskruid, klein kaasjeskruid, rode ganzevoet, kroontjeskruid.
- Stikstofarm: Klaversoorten, schapenzuring (ook droog en zuur), gewone reigersbek
- Zure bodems PH 5-6.5: Akkerviooltje, kleine en ruige klaproos (met matig stikstof), weegbree, zuring (vochtige grond), klaverzuring, echte kamille, spurrie, harig knopkruid, reigersbek
- Basische grond PH >7.5: Kleine pimpernel, veldsalie, wilde ridderspoor, hopklaver, heelkruid, bastaardganzevoet
- Neutrale grond PH 6.5 – 7.5 : Heermoes, honingklaver, steenraket, vogelmuur, (akker)melkdistel, grote ereprijs, akkerereprijs, klimopereprijs, herderstasje, klaproos, kleefkruid, paarse dovenetel, kroontjeskruid
- Matig vochtige grond: Klein kaasjeskruid, klein kruiskruid, zwarte nachtschade, kroontjeskruid, duivekervel, spurrie, klimopereprijs, klaverzuring, akkermelkdistel, paarse dovenetel, veldereprijs, kleine varkenskers, perzikkruid
- Erg vochtige, natte grond: Akkermunt, echte koekoeksbloem, kruipende boterbloem, pinksterbloem, moesdistel, pijpenstrootje, moerasdroogbloem
- Droge grond: Teunisbloem, valse kamille, herderstasje, honingklaver, kleine klaproos, akkerboterbloem, melganzevoet (ook voedzaam), zandraket, gewone reigersbek, harig knopkruid
- Slechte bodemstructuur en dichtgeslagen grond: Akkerwinde (verdichte bodemlaag), kruipende boterbloem, kweek, varkensgras, straatgras, echte kamille (ook kalkarm), heermoes, grote weegbree, ridderzuring, zilverschoon
- Goede bodemstructuur, vruchtbare grond: Ereprijs soorten, kleefkruid, kleine brandnetel, witte en paarse dovenetel, duivekervel
- Tekort aan mineralen: Heermoes




Paardenbloem en madeliefjes groeien overal

Er zijn wilde bloemen die zo’n beetje overal kunnen groeien. Ze hebben geen specifieke voorkeur voor een bepaalde bodemstructuur en kunnen grote verschillen in zuurtegraad en vocht aan.
Typische voorbeelden daarvan zijn paardenbloemen en madeliefjes.
Paardenbloemen zijn algemeen voorkomend op vruchtbare grond zoals weilanden, gazons en bermen. Ze hebben geen voorkeur voor droge of vochtige grond. Ze kunnen in het gras gemaaid worden, ze groeien vanzelf terug aan als de rozet ongeschonden blijft.
Madeliefjes kunnen zowel op arme als voedselrijke grond groeien, in de zon of halfschaduw, in vochtige en drogere grond. Net als de paardenbloem kunnen madeliefjes in het gras gemaaid worden en weer aangroeien.
Ook interessant om te lezen: