Luchtvervuiling is niet alleen slecht voor onze eigen gezondheid, het maskert ook bloemengeuren waardoor nachtvlinders en motten de bloemen moeilijker vinden met alle gevolgen van dien.

Een wetenschappelijk team onderzocht aan de Universiteit van Washington de effecten van luchtvervuiling op insecten en motten die planten bestuiven. Ze testen daarbij de effecten van ozon en nitraat in de lucht.

Ozon en nitraatradicalen (NO3) zouden ervoor zorgen dat bestuivers de bloemengeuren veel minder herkennen. Het gaat hierbij over hoeveelheden zoals die momenteel gangbaar zijn in onze stedelijke gebieden.

Hun bevindingen, gepubliceerd in het tijdschrift Science , zijn de eerste die aantonen hoe nachtelijke vervuiling wereldwijde gevolgen kan hebben voor de bestuiving.

Wat is NO3?

NO3 komt niet als dusdanig voor in de lucht maar komt tot stand door chemische reacties van stikstofdioxiden. Stikstofdioxiden ontstaan ten gevolge van verbranding van fossiele brandstoffen, door uitstoot van auto’s en industrie.

Meer weten over waar het stikstofprobleem vandaan komt en wat de invloed is van stikstof voor onze natuur?

Waarom geuren bloemen?

Nachtvlinder

Via geuren communiceren bloemen en planten met hun omgeving. Door middel van de geur trekken planten de juiste bestuivers aan waardoor ze zich kunnen voortplanten. Anderzijds gebruiken planten hun geuren als afweermechanisme tegen schadelijke insecten.

Zodra bestuivende insecten op een bloem landen, leren ze om het geurprofiel van de bloem te associëren met de nectarbeloning. Zo vinden ze in de toekomst sneller de juiste bloemen terug.

De chemische communicatie van de bloemengeur is opgebouwd uit een kort signaal met sterke geurconcentratie en tegelijkertijd een langer signaal met zwakke geurconcentratie. Het langer signaal zorgt ervoor dat de geur zich ver genoeg verspreidt terwijl het korte signaal met de sterke geur zorgt dat de individuele bloem gevonden wordt op het moment dat de bestuiver dichtbij is.

Geuren zijn afgestemd op de bestuivers

Om hun bestuivers op de meest effectieve manier aan te trekken, verspreiden ze een geur die is afgestemd op hun belangrijkste bestuivers. De bloemen gaan trouwens pas bloeien als de noodzakelijke bestuivers in hun gebied actief zijn.

Ook het tijdstip waarop bloemen het meest intensief geuren is afgestemd op hun bestuivers. Bijen en hommels zijn vooral overdag actief terwijl motten en vleermuizen ’s nachts vliegen. Nachtbloemen zijn voor hun bestuiving grotendeels afhankelijk van motten. Daarom dat nachtbloemen hun geur ‘s nachts verspreiden. En het is nu net de nachtbestuiving die in de problemen komt.

Nachtbestuiving komt in de problemen

Oenothera BiennisOenothera Biennis, de gewone theunisbloem geurt bij ons vanaf de schemering. Ingevoerd vanuit Amerika rond 1614.

’s Nachts vliegen er vele motten rond, op zoek naar nectar en een plant om hun eitjes af te leggen. Onder normale omstandigheden kunnen verschillende mottensoorten geuren vanop kilometers afstand detecteren.

Door de aanwezigheid van nitraat in de lucht worden de geurmoleculen die vrijkomen uit bloemen afgebroken waardoor hun geurbereik verandert. De nitraatradicalen verminderen de afstand waarop de geurpluim kan reizen. De bloemengeur wordt dus sneller afgebroken dan hij kan worden opgevangen door de bestuivers.

Het Washington team deed het onderzoek met de bleke theunisbloem (Oenothera pallida) die bekend staat om haar sterke bloemengeur tijdens de nacht en het feit dat ze een diverse groep bestuivers aantrekt.

Ze identificeerden eerst de chemische stoffen die de geur van deze wilde bloem bepalen en bekeken vervolgens hoe deze stoffen reageren met NO3 in de lucht. Ze ontdekten dat een reactie met NO3 bepaalde geurstoffen bijna volledig elimineerde. Vooral het gehalte aan monoterpeen-geurstoffen, waar motten dol op zijn, werd sterk aangetast in de chemische reactie met NO3.

Luchtvervuiling blijkt de bloemengeur ‘s nachts veel sterker af te breken dan overdag. Men linkt dit aan het feit dat overdag NO3 afgebroken wordt door het zonlicht.

Sinds de industriële revolutie is de afstand waarop nachtvlinders bloemen kunnen vinden volgens het Washington team gekrompen van 2 kilometer naar enkele honderden meters.

Als nachtvlinders niet meer hun werk kunnen doen, heeft dit invloed op ons hele ecosysteem. Het verstoort niet alleen de voortplanting van planten maar men berekende dat er bijna 30 % minder fruitopbrengst zou zijn als motten niet meer bestuiven.

Ook interessant om te lezen: