Fluweelmijt

Ongetwijfeld heb je al van deze kleine, felrode spinnetjes de revue zien passeren. Je vindt ze op stenen, terrassen of boomschors. Hoe warmer het is, hoe sneller dat ze bewegen. Ze lijken met hun felrode kleur, beangstigend gevaarlijk maar zijn erg nuttig in de natuur en ongevaarlijk voor de mens.

Wat is een fluweelmijt?

Fluweelmijten zijn kleine rode beestjes met een fluweelachtige beharing. Ze zijn gemakkelijk met het blote oog waar te nemen. Ze kunnen tot 4mm groot worden, wat voor een mijt effectief groot is. Ze hebben net als spinnen in een volwassen stadium 8 poten maar behoren niet tot de spinnenfamilie. Mijten worden geboren met 6 poten en ontwikkelen nadien nog 2 extra poten.

De fluweelmijt is een echte rover die leeft van verschillende insecten. Voor de mens is de fluweelmijt ongevaarlijk. Ze zijn te zien tussen april en oktober. In Nederland komen 25 soorten fluweelmijten voor.

Levenscyclus van de fluweelmijt

De vrouwtjes van de fluweelmijt planten zich ongeslachtelijk voor, dit wil zeggen dat ze niet met een mannetje moeten paren om eitjes te kunnen afleggen.

In april worden de eitjes afgelegd. Hieruit komen de zespotige, rode larven. Ze brengen hun leven als larve door op andere insecten waarvan ze bloed zuigen. In hun larvestadium zijn ze dus afhankelijk van andere insecten om te overleven.

Als ze klaar zijn om te verpoppen, laten ze zich op de grond vallen en vervellen in een kuiltje in de grond.

Fluweelmijt

Waar leven fluweelmijten?

Fluweelmijten leven bovengronds. Ze zijn regelmatig te zien op planten, stenen, muren of op grassen. Je ziet ze vaak aan de zonkant.

Wat eten fluweelmijten?

Fluweelmijten voeden zich met andere insecten. Alles wat niet te groot is, wordt aangevallen. Hierbij denken we aan springstaartjes, tripsen, bladluizen, kleine rupsjes, insecteneitjes en ook spinnetjes.

Hun voorste poten dienen daarbij als antennes om de prooien op te sporen. Eénmaal een prooi gevonden, wordt die in stukken geknipt met hun scharen en opgegeten.

De larven (nimfen) pakken het anders aan en leven parasitair op andere insecten. Ze springen op passerende dieren zoals bladluizen, spinnen en bladvlooien. Ze hechten zich aan het insect vast, prikken een gaatje in hun huid en zuigen de lichaamssappen op. Pas als ze moeten vervellen, verlaten ze hun gastheer. Ze zijn erg nuttig in tuinen en boomgaarden.

Fluweelmijt in huis

Fluweelmijten komen zelden in huis voor, wel buiten rond het huis op stenen muurtjes, houten schutsels en dergelijke… De fluweelmijt in huis kan een goede natuurlijke bestrijder zijn van ander ongedierte.

Tegenwoordig worden kamerplanten bijvoorbeeld steeds meer geplaagd door tripsaantastingen, vooral door de moeilijk te bestrijden Echinotrips. Uit onderzoek blijkt dat de fluweelmijt Balaustium hernandezi een geschikte predator is voor alle stadia van deze tripssoort. Momenteel is deze fluweelmijt echter nog niet gecommercialiseerd.

De fluweelmijt is geen oogstmijt en geen bloedmijt

Jammer genoeg staat op internet veel verkeerde informatie over de fluweelmijt. Ze wordt verward met de oogstmijt en zelfs met de bloedmijt. Maar deze informatie klopt allebei niet: de fluweelmijt is geen oogstmijt en ook geen bloedmijt.

De fluweelmijt en oogstmijt lijken sprekend op elkaar maar behoren tot verschillende families. De fluweelmijt behoort tot de familie Trombidiidae. De oogstmijt daarentegen behoort tot de familie van de Trombiculidae, een andere familie dus. De oogstmijt kan de mens wel bijten. De beten geven na een drietal uren rode bultjes die erg jeuken.

De bloedmijt of vogelmijt is ook een andere soort dan de fluweelmijt. Ze zijn veel kleiner dan de fluweelmijt en je vindt ze terug in dierenverblijven waar ze bloed zuigen bij gevogelte en knaagdieren, vooral bij kippen. Bij een grote aantasting van bloedmijten, kan je er als mens ook jeuk van krijgen. Bloedmijten behoren tot de familie Dermanyssidae.

Alles weten over bloedmijten?

Fluweelmijt bestrijden

De fluweelmijt hoort net als gaasvliegen, zweefvliegen, oorwormen en lieveheersbeestjes tot de nuttige, natuurlijke vijanden in tuin en boomgaarden. Bestrijd ze dus niet! Ze helpen je om een ecologische tuin in evenwicht te creëren.