Dood hout in bos

We kunnen ons allemaal een voorstelling maken van dood hout in een bos. Stammen die omgevallen zijn waardoor een gat wordt geslagen in de bodem en de wortels erboven liggen te pronken. Of bomen die nog voor een deel rechtstaan en vol gaten zitten, vermolmde resten in staande of liggende bomen en mossen en paddenstoelen die groeien op de basten.

Vroeger werd dood hout steevast uit het bos gehaald. Men was bang dat de insecten en kevers die door dood hout worden aangetrokken, ook de gezonde bomen zouden aantasten maar men deed het ook om het gevaar van bosbranden te verkleinen. Ik weet nog dat mijn vader in de jaren ‘70 met de boswachter afsprak dat hij het dode hout zou opruimen. De boswachter blij want het bos werd netjes en mijn vader blij want hij had gratis stookhout voor de open haard.

Sinds de jaren ‘80 kreeg men meer aandacht voor het belang van dood hout en werd dood hout gezien als een essentiële factor om de biodiversiteit in het bos te verhogen. Sindsdien wordt minder dood hout uit de bossen verwijderd. Nochtans is er nog veel onbegrip waarom de bossen er zo verwaarloosd bij liggen.

Met de jaren heeft men hierrond meer kennis opgebouwd en meer genuanceerde antwoorden gevonden. Ik ben eens gaan grasduinen in dit thema en neem je graag hierin mee…

Vliegend hert

Dood hout bruist van leven

Zowel staand als liggend hout is waardevol in het bos. Staand dood hout is relatief warm en droog terwijl liggend hout natter en kouder is waardoor het ander bosorganismen aantrekt en op totaal verschillende manieren afgebroken wordt. Naargelang de boomsoort en de verteringssnelheid vallen staande bomen gemiddeld na 10 tot 20 jaar om.

De meeste biodiversiteit ontstaat als er voldoende variatie aan dood hout is: staand en liggend hout in diverse verteringsstadia, in verschillende boomsoorten, dik en dun hout en op zonnige en beschaduwde plekken.

Naar schatting zou 20 % van de totale bosfauna rechtstreeks afhankelijk zijn van dood hout, hetzij als voedselbron, hetzij als nestplaats of schuilplaats. Daarnaast zou nog 20 tot 30 % van de soorten onrechtstreeks afhankelijk zijn van dood hout omdat ze leven van de insecten die in het dode hout leven. Dood hout vormt dus een enorme voedselbron.

Met name 750 tot 1350 keversoorten waaronder de beschermde vermiljoenkever en het vliegend hert leven in dood hout. De larven van het Vliegend hert tref je voornamelijk in vermolm eikenhout. De larven en volwassen vermiljoenkevers leven achter de schors van verse, dode bomen. Naald- en loofbomen trekken vaak verschillende keversoorten aan.

Behalve voor kevers, is dood hout van levensbelang voor paddenstoelen, mossen en korstmossen. Zo blijken wel 600 soorten paddenstoelen betrokken te zijn bij de afbraak van dood hout. Voor paddenstoelen is vooral loofhout belangrijk terwijl voor mossen juist ook naaldhout interessant is.

Insecten kunnen betrokken zijn bij de afbraak van dood hout, aangetrokken worden door de paddenstoelen en/of het hout gebruiken als voortplantingsplaats. Pissebedden, slakjes, miljoenpoten, springstaartjes, mieren en oorwormen zijn alom aanwezig maar ook wilde bijen, graafwespen en loofhoutwespen.

Al deze insecten trekken op hun beurt roofinsecten aan zoals spinnen, duizendpoten, loopkevers en hooiwagens. En natuurlijk trekken al die insecten ook vogels en vleermuizen aan.

Spechten, uilen, eekhoorns, boommarters en vleermuizen vinden voedsel in het bos en nestelen zich in grote holen in dode stammen. De nestplaatsen van deze dieren worden bewoond door vlooien maar ook door insecten die zich voeden met dierlijk of plantaardig nestmateriaal en schimmels die in de nesten aanwezig zijn.

En zo is een bos een bruisend ecosysteem waarbij iedereen een rol speelt en zorgt voor een natuurlijke balans!

Hoe gebeurt het afbraakproces van dood hout?

Vanaf een tak van de boom breekt of een boom dood gaat, begint het afbraakproces en verteerd de boom na een proces van vele jaren tot humus. Hiervoor gaan veel kleine organismen aan de slag van bacteriën, schimmels tot larven en kevers.

Om beter te begrijpen hoe de vertering van een boom gebeurt, moet je weten dat een boom bestaat uit schors, een bast, cambium, spinthout, kernhout en merg. Het cambium is het weefsel achter de bast waarin de voedingsstoffen worden getransporteerd; het is een delende cellaag die zorgt voor de diktegroei van de boom waardoor aan de binnenkant spinthout ontstaat en aan de buitenkant schors.

Doordat een tak afbreekt of een boom valt, neemt de sapstroom in het cambium af. De afweerstoffen die de boom normaal aanmaakt, verminderen maar zijn nog wel een tijd aanwezig. Elke boom heeft zijn eigen afweerstoffen. Deze chemische stoffen bepalen welk soort bastkever in de dode boom kan overleven. Het zijn dus specifieke kevers verbonden aan die bepaalde bomen die als pioniers de boom binnendringen.

Zwammen

De bastkevers maken gangen in het hout en leven van de suikers in het cambium. Ze blijven maar één seizoen, dan zijn de suikers opgebruikt. Samen met de kevers komen er schimmelsporen in het hout. Schimmels en bacteriën breken de specifieke afweerstoffen verder af waardoor het dood hout toegankelijk wordt voor vele insectensoorten.

Boktorren maken gangen in het kernhout. Ook de larven van kniptorren (ritnaalden) en van de gouden tor verwerken veel kernhout. De larven zorgen er uiteindelijk voor dat het kernhout verpulverd wordt tot molm.

Het allerbelangrijkste bij de afbraak van dood hout is de wisselwerking die bestaat tussen de insecten en schimmels. Insecten transporteren schimmelsporen naar het dode hout. Dankzij de gemaakte gangen en gaten kunnen schimmels en bacteriën zich goed ontwikkelen en zorgen ze voor een versnelde afbraak van het hout.

De insecten dragen deze schimmels niet voor niets bij zich. Vele larven van kevers en insecten die zich ontwikkelen in het dode hout, leven van deze schimmels. Het is dus een win-win!

Op vermolmd hout groeien speciale mossen en levermossen maar ook houtverterende paddenstoelen zoals de echte tonderzwam. De echte tonderzwam kan tot 600 soorten vliegen en kevers aantrekken en vormt als het ware een minibiotoop voor deze insecten.

Als het kernhout van staande, dode bomen zachter is geworden, kunnen spechten hierin een nest kloppen. De aanwezige insectenlarven zijn lekker mee genomen voedsel!

Verlaten spechtholen wordt door tal van andere kleine zoogdieren en vogels gebruikt zoals eekhoorns, boommarters , vleermuizen, uilen en holenduiven.

Hazelwormen en hagedissen vind je op dood hout op zonnige plekken.

De resten van de molm wordt verwerkt door mieren, springstaartjes, pissebedden, duizendpoten, miljoenpoten en regenwormen.

Afbraak hout

Dood hout zorgt voor voedsel en minder verzuring in het bos

Insecten en paddenstoelen zorgen dat dood hout langzaam wordt afgebroken. Tijdens dit verteringsproces komen er voedingsstoffen vrij in de bodem. De gevormde humus wordt opgenomen door de omringende planten en zorgt bovendien voor een goede kiembodem voor nieuw bomen en planten.

Door het teveel aan stikstof in de lucht verzuren de bosbodems. Dood hout dat verteerd wordt, zorgt voor een verhoogde beschikbaarheid van calcium en magnesium in de bodem wat de verzuring tegen gaat.

Welke factoren bepalen de afbraak van hout

  1. De aanwezigheid van kevers, insecten, schimmels en paddenstoelen.
  2. Vocht is een belangrijke factor: te droog of te nat hout breekt traag af omdat in beide omstandigheden weinig leven mogelijk is.
  3. De temperatuur is meebepalend in het afbraakproces; te koud of te warm zorgt voor minder snelle afbraak.

Hieronder een schema met een gemiddelde verteringssnelheid naargelang de boomsoorten. Zo heb je een idee hoe lang een boom een thuis en voedingsbron kan zijn voor de natuur.

De tabel geeft de tijd weer die nodig is om 90 % van het volume te verteren als het dood hout meer dan 10 cm diameter heeft.

Verbeteringssnelheid Boomsoorten Verbeteringstijd in jaren
Snel Beuk, wilg, douglas, berk, fijnspar, haagbeuk, lijsterbes 10 tot 50
Matig Amerikaanse vogelkers 15 tot < 100
Matig Els, Den 25 tot > 100
Zeer langzaam Linde, eik 25 tot > 150

Zwammen

Dood hout stobben

Bossen zijn vaak productiebossen. Het gevolg is dat er stobben achter blijven na het kappen. De stobben van afgezaagde bomen, zeker als ze laag afgezaagd zijn, hebben weinig waarde voor de doodhoutinsecten en de biodiversiteit. Door het gladde snijvlak worden ze meestal te nat of juist te droog. Stobben met een diameter van meer dan 50 cm hebben meer waarde omdat ze door hun grootte niet zo gemakkelijk uitdrogen. Naast de houtverterende paddenstoelen tref je er regelmatig boktorsoorten.

Tips voor meer dood hout

In Nederland zien we sinds de jaren ’80 een toename van dood hout tot ongeveer 10 m3 per hectare begin 21st eeuw. In Vlaanderen vinden we tegenwoordig gemiddeld 23 m3 dood hout per hectare. Dit is een fractie van wat in oude, natuurlijke bossen voorkomt, waar 100 tot 200 m2 dood hout per hectare niet abnormaal is. Het ecologisch richtcijfer ligt momenteel op 30 m3 per hectare of 10 % van het totale houtvolume per hectare, zowel dood als levend.

Dood hout

Wat is belangrijk om een biodivers bos te krijgen?

  • Stop met dood hout uit bos te verwijderen. Het is niet de bedoeling om plotseling extreem veel dood hout te genereren door bijvoorbeeld gezonde bomen te kappen. Het is belangrijk dat dit langzaam gebeurt zodat er een evenwichtige verdeling komt in diktes van dood hout en in verteringsstadia.
  • Een open wortelkluit is een grote bron van biodiversiteit. Laat het liggen. Er kan zich ook een poeltje vormen.
  • Ga geen hout stapelen op bepaalde plaatsen in het bos maar laat het ter plaatse liggen. Gestapeld hout zorgt voor een verrijking van de bodem op die plaats wat nadelig is voor paddenstoelen en planten die schrale grond nodig hebben.
  • Laat het bos niet te dicht groeien. Veel insecten houden van open en warme plekken. De grootste diversiteit vindt men in dood hout op warme, open plekken of in een open bos. Dankzij licht kan ook een ondergroei van bloeiende planten ontstaan wat nog meer insecten aantrekt. Boktorren en andere kevers gebruiken bloemen als paringsplek. Maar ook wilde bijen, zweefvliegen en andere bestuivers hebben hier baat bij.
  • Het wel of niet beheren van het bos zorgt voor een andere insectenfauna.
  • Laat stervende bomen staan. Een boom in het laatste levensjaar produceert vaak meer zaad. De jonge bomen die onder de afstervende boom kiemen, krijgen hier een ideale voedingsbodem om te groeien. Dankzij de afstervende boom komen geleidelijk mee

Ook interessant om te lezen: