De Keizersmantel, Argynnis paphia heeft zich terug gevestigd in Nederland en België!

Deze opvallend, oranje gekleurde bosvlinder was sinds 1980 verdwenen uit Nederland. Daar waar ze eind jaren ‘90, begin 2000 sporadisch werden opgemerkt maar zich niet vestigden, zijn er nu tientallen plekken bekend waar ze zich jaarlijks voortplanten. Ook in België zijn ze terug duidelijk aanwezig. In Wallonië komen ze al talrijker voor dan in Vlaanderen maar overal plant de soort zich opnieuw voort. Leve de biodiversiteit!

Deze foto’s werden genomen in de Lot in Frankrijk waar ik regelmatig verblijf aan de rand van een eikenbos vol wilde viooltjes. De vlinders komen tijdens de zomer onze bloementuin rijkelijk bezoeken.

Keizersmantel

Hoe ziet de keizersmantel eruit?

Hun groot formaat en prachtige kleuren doet veel mensen wegdromen! De keizersmantel is de grootste oranje vlinder die je in Nederland en België kan spotten. De voorvleugellengte is 27 tot 35 mm lang. Opvallend is het verschil tussen de boven- en onderzijde van de vleugels. De bovenzijde wordt gekenmerkt met zwarte bolletjes en bij de mannetjes ook met zwarte geurstrepen (feromoonstrepen). De onderzijde daarentegen heeft een zachtgroene tint met daarin witte strepen.

Waar leeft de keizersmantel?

De keizersmantel heeft als natuurlijke biotoop vochtige bossen met open bosranden en bloemrijke bermen. In dichte bossen vinden ze te weinig stuifmeel. Er is geen duidelijke voorkeur voor naald- of loofbossen als er voldoende nectar en viooltjes zijn.

De vlinders hebben een grote nectarbehoefte en trekken daarom vanuit bosgebieden naar tuinen en parken waar veel bloeiende bloemen aanwezig zijn. Dankzij hun grootte kunnen ze zich over lange afstanden verplaatsen.

Tussen de tweede helft van juli en de eerste helft van augustus kunnen ze het meest worden gespot. De uiterste vliegdata in België en Nederland liggen tussen 21 juni en 12 september momenteel

Viooltjes

Wat eet de keizersmantel vlinder?

De volwassen vlinders voeden zich met honingdauw en met nectar van planten die aan de bosrand groeien of met tuinplanten. Je vindt ze op wilde marjolein, distels, koninginnenkruid, braam en verschillende soorten schermbloemigen. Daarnaast wordt ook sap van bloedende bomen gedronken.

De rupsen van de keizersmantel voeden zich in een jong stadium uitsluitend met viooltjes soorten: bosviooltjes, maartse viooltjes, driekleurige viooltjes, hondsviooltjes en het ruig viooltje worden hierbij genoemd. Het is dus essentieel dat deze in hun leefgebied in voldoende hoeveelheden voorkomen. Oudere rupsen zijn minder kieskeurig en voeden zich ook met bladeren van andere planten.

Hoe plant de keizersmantel zich voort?

Net als bij andere vlinders en motten geven de mannetjes seksferomonen af om de vrouwtjes te lokken en te paren. Pas twee weken na het uitvliegen begint het vrouwtje met eitjes af te zetten, wat vrij laat is voor een vlinder.

De vrouwtjes van de keizersmantel zetten hun eitjes niet af op wilde viooltjes maar op bomen in wiens omgeving bosviooltjes groeien.

De eiafleg gebeurt op 1 tot 1.5 meter hoogte van de grond en solitair (dus niet in groepjes). Een vrouwtje kan een 50tal eitjes afzetten verspreid over een aantal dagen. Na 18 dagen komen de eitjes uit. De rupsen eten de resten van de eitjes op en blijven ter plaatse overwinteren in schorspleten of tussen mossen.

In april migreren de rupsen naar bosviooltjes of maartse viooltjes waarmee ze zich voeden. De rupsen zijn aanwezig vanaf de tweede helft van augustus (op de bomen) tot juni het jaar daarop.

Vanaf eind juni gaan de rupsen verpoppen. De rupsen verpoppen aan een stengeltje of takje dat uit de strooisellaag steekt. De verpopping duurt tussen 14 en 25 dagen.

Er komen maar een gering aantal vlinders per hectare voor: gemiddeld 0.25 tot 4 vlinders per hectare. De keizersmantel kent één generatie per jaar.

Ook interessant om te lezen: